Thailand Travels

27 december 2016 - Thailand, Thailand

Thailand Travels

Na 3 maand intensief reizen door Rusland, Mongolië, China en Nepal was het dan eindelijk zover: vakantie! Thailand, meerbepaald de eilanden, werd ons tussendoortje om de zonnebatterijen even op te laden, eens heerlijk niets te doen, de jongens eens een lesvrije week te gunnen en er een laidback programma op na te houden. Maar voor we de eilanden te lijf gingen was er eerst Bangkok!

Wat ons onmiddellijk opviel tijdens de taxirit van het vliegveld naar de binnenstad was de alomtegenwoordigheid van Koning Bhumibol aka Rama IX. Die overleed op 13 oktober en sindsdien is Thailand nog steeds in diepe rouw gehuld. Ok, het gewone dagelijkse leven gaat zijn gangetje, maar aan Bhumibol valt niet te ontkomen. Werkelijk overal vind je billboards en posters met de beeltenis van de ter ziele gegane vorst, in portieken en lobby's van kantoren en hotels staan herdenkingsbeelden, de grote malls hebben grote ruimtes met fototentoonstellingen en gratis memoribilia, aan vele gebouwen hangen grote zwart en witte rouwlinten en zelfs op bussen en boten vind je de beeltenis van de koning. Rama IX op een t-shirt, geen probleem. Bhumibol wenskaartjes voor oud & nieuw? Het bestaat…

Tijdens ons bezoek aan Bangkok was het ook net de verjaardag van Zijne Gekroondheid. Op 5 december en de dagen daaromheen stonden honderden meters lange wachtrijen rondom het Koninklijk Paleis waar de Thai (allen in het zwart gekleed) hun rouw konden betuigen aan de koning. Straten en pleinen werden afgezet om de menigte te ontvangen en langs de grote boulevards stonden tentjes met gratis eten en drinken voor iedereen, jawel, ook de gewone toerist kreeg met de glimlach een bordje PadThai, gestoomde broodjes of een stuk vers fruit in de handen geduwd… Best wel handig ;-)

Tijdens ons weekje Bangkok verbleven we iets buiten het centrum in een appartement dat we via AirBnB geregeld hadden. De jongens zijn er nog enthousiast over: een modern 2 slaapkamerappartement met twee aparte badkamers, ruime living, keukentje en een knoert van een flatscreen met Netflix abonnement… tekenfilmpjes kijken! En dan was er nog het 45(!) meter lange zwembad op de zevende verdieping. Een dagje ‘thuis’ blijven was dus zeker geen straf… En zelfs de Sint wist onze nieuwe thuis te vinden op 6 december, toch een straffe kerel!

Tussen de zwembeurten door bezochten we Bangkok, een wereldstad met Westerse standaarden en Oosterse invloeden. We namen de Skytrain (een soort monorail zoals ze in Moskou ook hadden) naar de oever van de Phraya-rivier van waar we met de taxiboot hartje Bangkok konden binnenvaren, recht tot aan het Koninklijk Paleis en de Wat Pho tempel.

Het Koninklijk Paleis met de bijhorende Wat Phra Kaew tempel is een overdonderend schouwspel. De glitter en glamour druipt van de kunstige puntdaken, de blinkende pilaren en geboende vloeren. Achter wel elke hoek duikt een Reuzewachter, een rist goudglimmende Buddha’s of een Kinnari op. De jongens ontdekken wel overal iets grappigs of intrigerend. De eerste prijs voor de subtiliteit zal dit complex wel nooit krijgen, maar wij vonden het alvast een hele leuke uitstap.

Iets verderop heb je de Wat Pho tempel met de beroemde Liggende Buddha. Ook hier weer veel pracht en praal en een uit de kluiten gewassen beeld van een… je raadt het al… liggende Buddha! Zo’n 15 meter hoog en 46 meter lang ligt deze Buddha uitgestrekt zichzelf te wezen, rijkelijk versierd met bladgoud en parelmoer. Achter deze Buddha staan 108 bronzen wenspotjes, waar de vele Thai -en onze gasten natuurlijk- in elk exemplaar een muntje gooien om zo het geluk af te dwingen. En kijk, we hadden die dag stralend weer ;-)

Verder brachten we in Bangkok nog een bezoekje aan de Snake Farm van het Thaise Rode Kruis (gratis toegang op de verjaardag van Bhumibol, bedankt Bhumi!) waar ze demonstreren hoe de gifslangen die je overal in Thailand kan tegenkomen gemolken worden om zo het nodige antiserum te kunnen maken. De jongens keken hun ogen uit en Otis die vooraf verklaarde geen slangen te willen zien was nadien niet weg te slaan bij de vele terraria met in- en uitheemse slangen. Andere beesterij kwamen we tegen in het Lumpini Park. Daar huizen er een heleboel monitor lizzards die er zomaar rondzwemmen, op de paadjes rondlopen of snel wegkruipen in de rioolbuizen als je er langswandelt. En er zitten best wel uit de kluiten gewassen exemplaren tussen. Tegenwoordig proberen ze de beesten te vangen en in de wildernis terug uit te zetten wegens een te groot aantal in de ‘jungle’ van Bangkok…

Na de tuk-tuks en files van de hoofdstad was het tijd voor de eilanden. Eerst waren we van plan om te islandhoppen aan de westkust van Thailand (Ko Samui, Ko Lanta, Ko Tao, Krabi…) maar dankzij weervrouw Els maakten we de juiste beslissing om naar het oosten te trekken, meerbepaald Ko Samed, Ko Chang en Ko Mak. Tijdens onze drie weken eilanden hebben we schitterend weer gehad, terwijl er aan de westkust overstromingen en felle onweders waren… huilen met de pet op dus, maar gelukkig niet voor ons… Toch een groot voordeel om flexibel te kunnen reizen en je route aan te passen wanneer dat nodig blijkt.

Ko Samed was voor onze Siebe best wel speciaal, aangezien één van zijn beste vrienden in de klas ook Samed heet en die heeft dus zijn eigen eiland… Proficiat, Samed! We zaten in een houten huisje op enkele meters van de zee aan een rustig strandje. Helder blauw water en witte stranden waren ons decor voor een weekje beachlife, uitrusten en genieten… De jongens hebben er zandkastelen gebouwd, gezwommen en krabbetjes gevangen alsof hun leven er van afhing.

Onze volgende stop was enkele uren verder met bus & boot: Koh Chang; Het tweede grootste eiland van Thailand en genoemd naar de olifant (Chang, net zoals het bier, het water,…) omwille van zijn vorm. Hier veel meer toerisme maar wij zaten heerlijk rustig op het zuidelijke puntje van het eiland, aan Klong Kloi Beach. Alhoewel, rustig… Tijdens onze tweede nacht was er een storm opgedoken en we hoorden het buiten flink te keer gaan, Gelukkig zaten we veilig en wel in onze familiebungalow, enfin, dat dachten we… Na enkele fikse windstoten, was er een enorme klap, veel gekletter en wat glasgerinkel. Wij waren nog op maar de jongens schoten wakker van al dat kabaal. Eerst dachten we dat het dak eraf gevlogen was door een windstoot, maar bleek dat er een joekel van een palmboom gesneuveld was en in drie grote stukken op ons dak terecht gekomen was… De kap van het dak was helemaal scheefgezakt, onze plafonds gescheurd en ons huisje onbewoonbaar. Gelukkig stond er nog een luxehuisje beschikbaar op zo’n 10 meter van het strand. Normaal gezien het dubbele van de prijs, maar wij mochten er nog de 7 resterende nachten blijven slapen aan ons gewone tarief. Elk nadeel heb zijn voordeel!

Vanop Koh Chang gingen we ook een dagje snorkelen naar het National Marine Park. Voor de jongens heel leuk om die tropische vissen eens onder hun te zien wegschieten, voor ons kriebelde het vooral heel hard om nog eens de duikflessen om te gorden, maar we hielden het toch maar bij een familiesnorkelsessie met een mooie portfolio van aquariumvisjes (sergeant-majors, rainbow fish, clownfish,…) en ook een mooie barracuda. Otis had er na de voormiddag wel genoeg van wegens te koud (huh?) maar tijdens onze tweede sessie in de namiddag zorgde de Thaise crew aan boord er even voor zodat wij met ons vier weer konden snorkelen.

Omdat Koh Chang best wel een groot eiland is huurden we ook eens een dag een autootje om het eiland te verkennen. We reden er langs uitzichtpunten de vele baaitjes en stranden af en bezochten ook twee watervallen voor een verfrissende duik. In de eerste zaten er heel veel zoetwatervissen die, nadat je in het frisse water gedoken had, gezellig kwamen pulken aan je tenen of je huid… Kriebelig en toch een beetje raar! De tweede waterval was er eentje waar je van kon springen, dus konden de drie oudste kinders (maakt u de rekening maar) zich laten gaan in het watervalspringen terwijl mama en Otis er op stonden te kijken ;-)

Afsluiten deden we op Koh Mak, een klein eilandje op twee uur varen van Koh Chang in oostelijke richting, niet ver van de Cambodjaanse grens. We verbleven er in een bamboe hut met uitzicht op de Golf van Thailand en konden er genieten van de gastvrijheid van eigenaar Jake (een Amerikaan) en zijn crew: de Noorse Camilla en de Mexicaanse kok Eric. Iets verder van het strand hier, maar wegens de vele zandvlooien (kleine, vervelende ettertjes!) bleek dit geen nadeel. We genoten des te meer van het fijne zwembadje, de prettige atmosfeer en de Westerse muziek. Op kerstdag was er zelfs een heus feest met de halve werkende expatbevolking van het eiland. Het feit dat de jongens in het donker nog in het zwembad dat voldreef met ballonnen mochten spelen bezorgde hun toch nog een fijne kerstdag, want anders is het kerstfeest steeds het familiale hoogtepunt, wat we nu dus moesten missen… Gelukkig is er voor die momenten goede wifi, een telefoon en een tijdsverschil van zes uur zodat we ‘s ochtendsvroeg toch nog het nachtelijke feestgedruis konden meemaken, dankjewel daarvoor! En oudjaar? Da’s voor in Cambodja!     

Foto’s

1 Reactie

  1. Carmen:
    8 januari 2017
    jullie vakantie was geslaagd zo te lezen.
    Otis heeft dan toch zijn ijsje gevonden!