Namaste Nepal

1 december 2016 - Kathmandu, Nepal

Namaste Nepal

Na China was Nepal aan de beurt. Voor de eerste keer sinds onze aankomst in Moskou namen we nog eens een vliegtuig: van Kunming in China naar Kathmandu in Nepal. Na de exotische borrelnootjes (gezouten en gedroogde bonen) en dito gebakjes was het uitkijken naar een glimp van de machtigste bergketen ter aarde: de Himalaya. Van weerszijden van het vliegtuig tuurden Siebe en Warre door de raampjes naar het witte wolkendek onder hen op zoek naar een uitstekend topje. Eerst denk je dat er gewoon een wolkje wat verkeerd zit, maar bij het naderen kan je duidelijk de contouren van de bergketen zien. Fototoestellen klikken dat het een lieve lust is en aanvankelijk is de linkerkant van het vliegtuig jaloers op de rechterkant (de goeie kant met uitzicht), maar voor één keer is er geen gemor omdat er wat vertraging is door het drukke verkeer en we nog even blijven rondcirkelen boven Kathmandu. De bergtoppen priemen door de wolkenzee en beide zijden van het vliegtuig krijgen hun portie. Het is al stilletjes uitkijken naar het moment dat we deze kolossen van dichterbij zullen zien.

Omdat Kathmandu nogal een kwalijke reputatie heeft qua vervuiling (smog) en stof kozen we een AirBnb appartement iets buiten het centrum, weg van het constante verkeer, getoeter en opwaaiend stof. We belanden in een rustige wijk met kleinere straatjes, mini-winkels, werkplaatsen en eenvoudige stenen of golfplaten huisjes. Daartussenin rijzen 4 woontorens op: een nieuw woonproject waar vooral veel expats (Indiërs) en rijkere Nepali wonen en nu dus ook 5 Belgen voor een weekje. Het is natuurlijk dubbel om in alle comfort en luxe te zitten terwijl je vanop je balkon over huisjes uitkijkt die die term amper waardig zijn. Maar het geeft ons wel de kans om een week op ons gemak in deze drukke stad door te brengen. ‘s Ochtends geven we wat les, de jongens kunnen eens gaan zwemmen in het binnenzwembad van het appartementscomplex want het was toch al van het Baikalmeer geleden dat we onze zwembroek nog eens natgemaakt hadden! In de namiddag konden we dan het verkeer trotseren en de drukke binnenstad gaan verkennen: heel veel brommers, kleine Maruti Suzuki 800 taxi’s en daartussen mensen laverend op hun fiets of ander rijwiel, honden die vrolijk rondhuppelen tussen al dat straatgeweld en natuurlijk de occasionele Heilige Koe die zich van het hele zootje niets aantrekt. Het onvermijdelijke Thamel is the place to be voor backpackers en mensen die zich voorbereiden op hun trekking: je struikelt er over de souvenirshops en winkeltjes die natuurlijk allemaal échte The North Face en Jack Wolfskin kledij verkopen aan een fractie van de normale prijs… Hoe zouden ze dat toch voor elkaar krijgen?
 

Dat Kathmandu veel geleden heeft onder de aardbeving van 2015 zie je vooral op de historische sites, waar bv. op Durbar square 2/3de van de historische gebouwen ofwel totaal of gedeeltelijk vernietigd werden door het natuurgeweld. In de straatjes rondom het plein zagen we veel (her)bouwactiviteit maar ook nog plaatsen waar het puin nog ligt of stilaan geruimd wordt. Meer naar de buitenwijken toe zijn er nog enkele tentenkampen, maar blijkbaar wil de overheid die toch zo snel mogelijk weghebben… een poging tot back-to-normal dus.

Interessant op Durbar square is het Kumari House, waar de Levende Godin woont… een meisje dat zowel door Boedhisten als Hindoes aanbeden wordt. Speciaal is dat dit een meisje is die gekozen wordt uit de hogere kastes, naast heel veel andere voorwaarden als vereiste heeft dat ze nog nooit een druppel bloed mag hebben verloren! Eenmaal godin verlaat ze amper het huis en indien wel dan mogen haar voeten de grond niet raken. Haar rijk is ten einde als ze zich kwetst of begint te menstrueren…

Naast de vele tempels en gebouwen is het gewoon leuk om door de drukke binnenstad te wandelen in de smalle straatjes die vergeven zijn van winkels die hun koopwaar aan de man proberen te brengen: de jongens en wijzelf kijken onze ogen uit… Hier zie je ook sjouwers: meestal mannen die immens grote en zware pakken dragen op hun rug met als enige steun een band om het voorhoofd, echte krachtpatsers.

We bezochten ook enkele Hindu- en Boeddhistische heiligdommen, die in de praktijk heel erg met elkaar verweven zijn. Sommigen zien het Hindoeïsme als hun religie en het Boeddhisme meer als een manier van leven en allebei hanteren ze heel veel kleurrijke rituelen: gebedsmolens, vlaggetjes, bloemen, wierook en vuur, kleurpigmenten, belletjes en klokken… het passeert allemaal de revue. Bodnath is één van de grootste Tibetaanse Boeddhistische heiligdommen en trekt duizenden pelgrims per dag die een rituele rondgang rond de grootste stoepa van Azië maken: draaiend aan de gebedsmolens of met een eigen molentje in de hand, Om Mane Padme Hum-prevelend en wat wierook of een butter lamp ontsteken ter ere van Boeddha. De stoepa had grote schade ondervonden door de aardbeving maar wordt nu terug in zijn oorspronkelijke glorie hersteld. De barsten en scheuren waren al weggewerkt en alles werd alweer van een nieuw likje verf voorzien.

Wat Bodnath is voor Boeddhisten is Pashupatinath voor de Hindoes. In de tempel zelf mogen enkel Hindoes binnen, maar veruit het meest indrukwekkende speelt zich af aan de achterzijde van het tempelcomplex, aan de oevers van de Bagmati-rivier. Hier worden dagelijks gelovigen gecremeerd en teruggegeven aan de Heilige rivier. Je ziet er rouwende families die hun overledene ritueel wassen en op een brandstapel leggen. Na uitgebreid afscheid te nemen is het de oudste zoon die de belangrijke taak heeft om het vuur aan te steken bij het lijk van zijn vader (bij een moeder is het de jongste zoon). Onze gids geeft veel uitleg en ook voor de kinderen proberen we alles juist te kaderen, maar ze vinden het wel fascinerend om zien, net als wij. Gedurende een hele tijd bekijken we de verschillende taferelen in stilte… Tot er ergens een aap over een dak rent en de aandacht van de jongens onmiddellijk verplaatst wordt, geen tijd voor zwaarmoedigheid, gelukkig maar… Naast de apen lopen er ook nog wel wat andere rare snuiters rond; de sadhu’s. Deze Heilige Mannen zijn Hindoes die hun volledige leven aan hun godsdienst gewijd hebben en overleven van de giften van andere gelovigen, wat in de praktijk ook inhoudt dat deze kleurrijke zonderlingen graag een bijdrage van een Westerse toerist ontvangen in ruil voor een fotogeniek moment.

Ook een bezoek aan Bhaktapur, één van de koningssteden kon niet ontbreken… Alhoewel er ook hier schade was aan de historische gebouwen maakte het geheel veel meer indruk op ons dan Durbar Square in Kathmandu. De jongens genoten van een lekkere Royal Curd, een traditionele yoghurt op basis van buffelmelk en Els kon haar hart ophalen op en rond het pottenbakkersplein waar de ambachtslui aan een verschroeiend tempo potjes aan het draaien waren. Niet op een elektrisch aangedreven draaischijf, maar een schijf waar een goede draai aan gegeven werd en er dan snel gedraaid werd. Els kon ook even haar kunsten tonen en samen met een ouwe rot enkele potjes afdraaien.

Onze laatste culturele uitstap was naar Swayambunath, beter gekend als de Monkey Temple. Na het beklimmen van de 365 treden kom je bij de stoepa aan die omringd is met kleinere stoepa’s, Boeddhabeelden, tempeltjes en vele gebedsvlagjes. Onderweg hadden we al een paar apen gespot die zich tegoed deden aan geofferd fruit of in de bomen aan het klimmen waren. Maar boven zien we de hele troep: oudere mannetjes, zogende vrouwtjes en kleine snotapen die rondrennen en springen. De jongens genieten van hun kapriolen maar zijn toch niet op hun gemak als een hele bende krijsend en ruziemakend over de grond rolt, er wordt duidelijk gewerkt aan de apen-hiërarchie! Boven genieten we van een Ginger Lemon Tea op een rooftop terras met een schitterend uitzicht over Kathmandu stad met de onvermijdelijke sluier van smog en stof.

En toen kwam het letterlijke hoogtepunt van onze Nepal-trip: de trekking met als decor de Himalaya, een verzamelnaam voor de vele bergketens die het land rijk is. We bleven eerst enkele dagen in Pokhara om alles geregeld te krijgen en al te genieten van de eerste uitzichten op de majestueuze bergtoppen. ‘s Ochtends opstaan was geen straf als je de gordijnen opentrok en postkaartbeeldjes te zien kreeg. Net als ‘s avonds op het rooftopterras aan een frisse Everest te nippen en de ondergaande zon zien die de witte bergtoppen oranje kleurt. Ook een boottochtje op het Phewa meer met vader als roeier/bootsman van dienst konden de jongens wel smaken, net als het bezoek aan de World Peace Pagode, een Japanse Boeddhistische tempel vanwaar je alweer een schitterend uitzicht hebt op de stad Pokhara met zijn Phewa-meer, omzoomd door de bergen. Gedurende ons hele verblijf in Pokhara (en ook tijdens onze trekking) hadden we een heldere hemel met staalblauwe lucht waardoor het zicht nagenoeg perfect was, geluk voor ons want blijkbaar is dit lang niet altijd het geval.

Via Tripadvisor kwamen we bij Mr. Happy uit die voor ons een trekking op kindermaat in elkaar stak. We gingen niet voor de gemakkelijkste optie omdat we heel graag de Poonhill Gorepani trekking wilden doen, en die gaat bij momenten wel heel steil op- en neerwaarts. Mr Happy regelde een jeep die ons de eerste dag wat extra kilometers verder kon brengen dan het normale startpunt en dat was precies de voorsprong die we nodig hadden om die eerste dag tot een goed einde te brengen. Gedurende vijf dagen trokken we met ons vijf en bijgestaan door een driemans-equipe van gids Salik en assistent-gidsen:(sup)porters TP en Japendra. De jongens werden constant geëntertaind en bijgestaan door deze prachtkerels: na een fikse bergop hielden we halt en stonden ze klaar met wat vers fruit (meesleurend uit Pokhara, want onderweg moeilijk te vinden), een sweetie of een zakje nootjes of cheese balls. Waar de weg wat steiler of riskanter was namen ze elk één van de jongens bij de hand om uitglijden te vermijden. Op de zeldzame momenten dat Otis er even geen zin meer in had mocht hij op de schouders van TP, Japendra of papa om even uit te rusten en net voor het einde van elke dagtocht nam TP wat voorsprong zodat er bij aankomst in het Teahouse al een lekkere en deugddoende verfrissing klaarstond. Elke avond sliepen we in heel basic Tea- of Guesthouses, maar met het meest onbetaalbare uitzicht dat je je maar kan inbeelden. Elke keer opnieuw waren de zonsop- en ondergang een magisch moment. En na het sobere avondmaal was er wel altijd nog wat tijd om met onze Nepali vrienden een partijtje Uno te spelen, waar zij en de kinderen natuurlijk helemaal in opgingen, heel grappig!

Onderweg waren er natuurlijk de fiere bergtoppen om ons aan te vergapen, maar we liepen ook door grote stukken rhodondendronbos, passeerden langs watervalletjes en bergriviertjes, stapten langs vochtige varens en stukken jungle en hielden halt in de zeldzame bergdorpjes. Alles wat in deze dorpjes te zien is werd met man- en paardenkracht naar boven gesjouwd: van bouwmaterialen en wc-potten tot rijst en kippen. Met de regelmaat van de klok zie je dan ook colonnes met muilezels gepakt en gezakt de bergen opgaan en afdalen of passeren mannen en vrouwen met enorme zakken op de rug gebonden ons met forse tred, indrukwekkend. Ze zijn misschien wat beter getraind dan ons door hun dagdagelijkse activiteiten, maar op deze hoogte (we zaten geregeld rond de 3000m met 3210 meter als hoogtepunt op de Poonhill) vergt elke inspanning een stuk meer moeite dan in de vallei…

Onze laatste dag was een korte stapdag, want hier werden we ook weer wat vroeger opgepikt met de jeep van Mr Happy. Maar in plaats van snel afscheid te nemen mochten we nog een bezoekje brengen aan het dorp van Salik en zijn familie. Wij hadden nog drie dagen uitrusten voorzien op Sarangkot, een uitzichtpunt boven Pokhara en Salik woonde op een uurtje stappen (geen wegen voor de auto) van ons guesthouse. Samen met de dragers wandelden we naar het simpele dorpje waar we hartelijk ontvangen werden door de familie van Salik, weliswaar met een boze blik van Salik zijn vrouw richting haar echtgenoot omdat ze niet op de hoogte was van onze komst en zo geen eten had kunnen voorzien… In de keuken werd snel een vuurtje gestookt, het putwater aan de kook gebracht en een heerlijke Massala Tea werd ons voorgeschoteld, samen met wat koekjes voor de kinderen natuurlijk. Salik was heel trots om zijn verbouwde huisje te laten zien: een klein stenen huis met golfplaten en een betonnen vloer voor de slaapkamers. Koken werd gedaan op een houtvuur op de gestampte aarden vloer en de wintervoorraad rijst, gierst en rijsthalmen werden op de zolder bewaard. Terug naar boven werden we nog steeds geflankeerd door onze gidsen ook al konden we de weg gemakkelijk zelf terugvinden en bespaarde hen dat een wandeltocht van twee uur. Maar we waren nu eenmaal hun gasten en daar moest voor gezorgd worden… heel tekenend voor de Nepalese gastvrijheid. Onderweg kwamen we nog veel kinderen tegen die terugkwamen van school: piekfijn in uniform, van kleuter tot 18-jarige, ook al moeten ze nog een uur of meer wandelen naar huis. Natuurlijk weergalmt het van Namaste en Hello, what’s your name en giechelen de meisjes evenveel als hun Belgische zusjes…

Na een hartelijk afscheid en uitwisselen van Facebook-profielen (yep, ook hier) blijven we wat verweesd achter. We genieten van onze drie dagen bovenop Sarangkot met uitzicht op Pokhara en het meer en zien rondom ons tientallen paragliders en parapente-beoefenaars hun hobby uitoefenen, soms geflankeerd door een roofvogel die de thermiek nog een stuk beter beheerst dan de mens. ‘s Avonds krijgen we via messenger al weer vragen van onze mede-trekkers hoe het met de familie en de kleine Uytish (Otis) gaat… heel aandoenlijk.

Nu was het koers zetten naar Chitwan National Park, onze laatste bestemming in Nepal. Na de bergen zitten we nu in het subtropisch laagland, een gebied met veel natuur en ‘groot’ wild, waaronder de tijger, neushoorn, olifant, luipaard, beren en krokodillen… Al maken we ons geen illusies veel van deze dieren te kunnen spotten, daarvoor zijn de meesten te schuw en teruggetrokken. De rit naar Sauraha, het toeristenstadje dichtbij het NP, was een echte holderdebolderervaring: veel wegen liggen er of heel slecht bij of worden heraangelegd, waardoor je langs nog slechtere wegen (zandwegen door het bos!) moet met je luxe tourist bus, ook al schudden en beven die even erg als de lokale bussen.

Sauraha zelf was voor ons een ontgoocheling. Ok, we sliepen in een heel basic hotelletje (met uitzicht op geketende olifanten), niet ver van het park, maar de sfeer in het stadje is één en al toerisme, met de ene eco lodge (geen idee wat de eco zou mogen zijn) en wildlife resort (geen idee wat het resort zou moeten inhouden) naast het andere. We boekten een dagtrip waarin we eerst zouden kanovaren en daarna op ‘jeepsafari’ zouden gaan; Toen we die ochtend buiten verschenen hadden we al snel door dat onze gids niet de ‘experienced guide’ was die we gevraagd hadden, maar kom. Het kanovaren viel best mee, ook al hadden we vertraging en was het al wat te laat en te warm om het echte wildlife te zien. Een lokale bootsman peddelt ons zo’n twee uur lang rond in zijn dungaa, een traditionele kano die in één keer uitgehouwen is uit de stam van een cotton silk tree. We varen de Raptirivier af en zien vogels (kaketoe, parkieten, verschillende soorten reigers, maraboes, vreemde eenden, etc) maar meer indrukwekkend zijn natuurlijk de krokodillen: de allesetende mugger (moeraskrokodil) en de visetende garial (gaviaal) met zijn kenmerkende spitse, smalle snuit. Onderweg komen we ze in alle maten en gewichten tegen, zonnend aan de oevers of op een zandbankje. Even zien we een mugger vlak voor onze boot drijven en dan ondergaan… toch even spannend waar hij zou bovenkomen, maar we kregen hem niet meer te zien.

De jeepsafari dan: niet op zijn Afrikaans waar je met de jeep kan rondrijden door de savanne, maar een pad die door de jungle en het metershoge olifantengras voert. Niet ideaal voor de zichtbaarheid op het aanwezige wild en het feit dat er nog 15 andere jeep voor je vertrokken zijn op dezelfde route maakt het er niet beter op. Onze gids doet al wild teken bij een hert (een bambi godbetert), een pauw of een boskip, we rekenen dan al niet echt meer op iets groters. Op zo’n 300 meter van het einde is het dan toch prijs. Net achter onze jeep stormt een kolossaal gevaarte de weg over, de driver gaat in de remmen, fototoestellen worden in allerijl opgezet… de rhino ofte neushoorn zorgt ervoor dat onze jeepsafari niet nutteloos was. Helaas is hij zich snel gaan verstoppen in het gebladerte, maar we kunnen hem toch een tijdje volgen tot hij dieper in het woud verdwijnt. Het was een kort moment maar toch zijn we onder de indruk, ook al hebben we al eerder rhino’s in het wild gezien, het blijven bijzondere dieren. Eigenlijk was er ook een andere optie om neushoorns van dichtbij te zien, een olifantensafari. Dan zit je met 4 op een getemde olifant en gaat die met andere olifanten op een soort van drijfjacht tussen het hoge gras. Voordeel is dat je veel hoger zit dan een jeep en dus alles beter ziet, maar ook dat de neushoorns bijna alleen maar schrik hebben van een olifant, dus die gaan ze nooit aanvallen. Helaas zijn de olifanten niet zomaar tam geworden en sommige mahouts houden er verschrikkelijke praktijken op na. Daarom zie je ook veel geketende olifanten in het stadje, dit zijn allemaal olifanten die overdag toeristen plezieren en ‘s avonds aan de ketting gaan. Ook al zijn de praktijken naar verluidt minder erg dan in Thailand, we doen er liever niet aan mee, ook al levert dit minder mooie kiekjes op…

Na Sauraha gingen we enkele kilometers verder naar een Tharu-dorp om daar nog een weekje te verblijven. Deze gouden tip kregen we van Herman & Tineke, een koppel dat we leerden kennen op enkele reisbeurzen en die 2 jaar geleden ook een jaar de hort op gingen met hun twee dochters. Zo leerden we Tharu20for7 kennen, een organisatie die opgericht werd door een Vlaming die getrouwd is met een Tharu-meisje. Bedoeling is dat je als gast meeleeft in het plaatselijke dorpje Gothauli (65 huisjes) in een gastenhuis en voor elke 20 roepie die hierdoor binnenkomt gaat er 7 roepie rechtstreeks naar de gemeenschap.

‘s Ochtends werden we opgepikt door Sukhram van Tharu20for7, niet met de obligate jeep of het gammele minibusje, maar met de ossenkar! Bagage achterin en wij op weg met een gezapig tempo. Warre en Siebe zitten net achter de zwiepende ossenstaarten en die van Warre laat al eens het een en ander vallen tijdens de rit met als kleine surplus dat de zwaaiende staart de broek van Warre een mooi nieuw kleurtje geeft: hilariteit alom en de toon is gezet. Na het doorwaden van de rivier en het dokkeren door de stoffige straatjes komen we aan in Gothauli. We krijgen een warm onthaal door de Tharu-vrouwen met verse bloemen en krijgen een bindi, een rode stip op ons voorhoofd, ter verwelkoming. Ze tonen onze woonplaats voor de volgende week: een sober maar proper gastenverblijf in een traditionele Tharu-woning, gemaakt van bamboe en bezet met modder en koeiendrek. Al snel zullen onze jongens hun thuis liefkozend het ‘kakhuisje’ noemen.

In Gothauli moet niets en mag alles. Je kan er heerlijk relaxen (of lesgeven), maar ook deelnemen aan het dorpse leven. Zo staan de jongens te popelen om de geiten te voederen, lopen ze achter de eenden en kippen aan en Otis ontpopt zich als de ‘afruimer’ van dienst na het ontbijt en de lunch en gaat graag eens piepen in de keuken. We gingen vissen met de aunties, de vrouwen van het dorp , in de Rapti-rivier. Niet met de lijn maar met een soort schepnet zonder steel waarmee je langs de grassen in de rivier moet schrapen om kleine visjes in je net te krijgen. De jongens leven zich uit! We vangen kleine aaltjes, wat prikvisjes die venijnig kunnen steken en de occasionele garnaal. Het werk was hard, de buit niet overvloedig maar met veel smaak en liefde klaargemaakt door de tantekes. In diezelfde rivier gaan ze trouwens ook hun haren wassen, de vaat doen en hun kleren wassen, net als wij… lekker soppen in het stromende water en de vlekken in je kleren met een stuk zeep op een rotsblok te lijf gaan: back to basics. Iedere avond gingen we op bezoek bij een andere familie om er Dal Bhat te gaan eten, het Nepali-voedsel bij uitstek. Twee tot drie maal per dag eten ze deze schotel met rijst (bhat), linzen (dal), pittige patatjes, een tomatencurry en verse spinazie. Zittend op de grond eten we elke avond met onze handen én veel smaak onze Dal Bhat tot we op barsten stonden, want er werd steeds driftig bijgeschept. Dal Bhat power, 24 hour! , zoals ze hier zeggen ;-)

Daarnaast hebben de jongens de huisjes op traditionele manier (en met een moderne inslag) versierd, ging Els op kookcursus Dal Bhat met Siebe, we gingen op de thee bij familie, bezochten een schooltje en deden een fietstochtje met Sukhram, wat toch iets spannenders werd dan verwacht! Onderweg zagen we een rhino in de verte, aan de overkant van de rivier. Volgens Sukhram zou die na het grazen wel eens kunnen oversteken en iets later voegde die de daad bij het woord. Terwijl wij daar met onze fietsjes stonden stak die kolos het water over, in onze richting. Het lijkt niet gevaarlijk maar de neushoorn is één van de gevaarlijkste wilde dieren die er zijn, eenmaal in de aanval raast hij gewoon over je heen. Elke maand valt er ergens in de regio wel één of meerdere slachtoffers van deze dikhuiden, al dan niet met dodelijke uitkomst. Sukhram vertelt op doodnormale wijze dat ze allemaal wel eens een neushoorn geslagen hebben. ¿Que? De Tharu mogen in de jungle olifantengras gaan maaien en dan komt er soms een confrontatie met een neushoorn. Als die aanvalt, wachten ze tot op het laatste om weg te springen en slaan hem dan keihard in een flank met een fikse bamboestok, na een keer of drie druipt die meestal wel af, besluit onze vriend. Slik. Wij dus op tijd weg met ons fietsje richting het Elephant Breeding Centre waar we even een kijkje konden nemen bij wat mama olifanten en hun kroost. Een nieuwsgierig olifantje kwam ons zelfs aan de afsluiting begroeten zodat de jongens eens konden voelen hoe ruw zo’n dikhuid wel is. Sukhram was niet echt op zijn gemak, want er zou een wilde olifantenstier in de buurt rondlopen, op zoek naar gewillige olifantenkoeien… En laat die wilde olifant nu nog gevaarlijker zijn dan de neushoorn. Wij in het schemerdonker vlug de bamboebrug over de rivier over en snel terug huiswaarts. Onderweg roepen enkele tegenliggers in het Nepali iets naar Sukhram. Blijkbaar is de rhino van daarnet op wandel op de weg waar wij met onze fietsjes zonder licht aan het rondtoeren zijn. We houden in en Sukhram rijdt enkele meters voorop… Plotseling houdt hij halt, draait zich om en fietst zo snel hij kan de andere richting uit, gevolgd door ons met dichtgeknepen billen en een tandje hoger qua versnelling. Gelukkig was het loos alarm, maar de rest van de tocht verliep toch heel geconcentreerd op elke beweging, in het schijnsel van het gsm-lichtje van Sukhram…

Tijdens ons verblijf in het Tharu dorp zagen we en voelden we veel meer Chitwan dan we ooit in Sauraha deden. Je krijgt niet enkel een beter zicht op hoe het leven er op het platteland aan toegaat maar je maakt dingen mee die je als ‘gewone toerist’ niet kan meemaken. Zo was er een sterfgeval bij de buren van Tharu20for7, de man was overleden na malaria tijdens hard labeur in het buitenland. Dertien dagen na de crematie organiseert het dorp een soort feest om de familie weer aan het lachen te brengen na de rouwperiode. Tientallen mensen komen er samen om Dal Bhat te eten, te praten en gedurende de hele nacht wordt er tot het ochtendgloren gezongen en gedanst. Sukhtam nam ons ook even mee om hiervan getuige te zijn, wat natuurlijk wat vreemd aanvoelt, maar de mensen zijn heel vriendelijk en we worden als gasten ontvangen. Misschien nog meer bizar was ons bezoekje aan het hoofdkwartier van het Chitwan NP. Sukhram kende een senior officer en zo konden we een bezoekje brengen aan een baby neushoorn die gered was na een aanval van een krokodil. We hadden een omsluiting of een hok verwacht, maar toen we er aankwamen liep de kleine deugniet er gewoon wat rond. We konden er gewoon naartoe gaan en dat kleine wezentje vanop een metertje gadeslaan en zelfs even aanraken… precies alsof je een dino in levende lijve aanschouwt, toch best indrukwekkend. Maar om de senior officer niet in nauwe schoentjes te brengen mochten we geen foto’s nemen, maar de beelden staan wel in ons geheugen gegrift.

Tharu20for7 was echt een perfecte afsluiter van ons Nepal-verhaal waar we nog veel aan zullen terugdenken. Nu op naar Thailand voor, eindelijk, vakantie!

Foto’s

4 Reacties

  1. Carmen:
    5 december 2016
    het is altijd leuk zo'n uitgebreid verslag te krijgen. Wat hebben jullie veel meegemaakt maar vooral bijgeleerd. Dat de jongens steeds verbaasd zijn, verwondert er niemand natuurlijk. Ik zou zeggen geniet nu van jullie vakantie in Thailand en tot het volgend verslag. Groetjes uit Ieper
  2. Elynn en ouders:
    9 december 2016
    Hallo, we hebben opa Nepal (hij heeft in november zijn tiende of elfde Napeltrekking gedaan, ik ben de tel kwijt ;-)) nog doorgegeven uit te kijken in Kathmandu naar 3 blonde gentse jongens met 2 sympathieke westvlaamse ouders maar hij heeft jullie helaas niet gespot. Wat een avontuur hebben jullie daar beleefd in Nepal. Zalig om te lezen. Hier kijkt Elynn ook uit naar de vakantie, nog even doorbijten tijdens de toetsenweken en het is zover. Geniet van jullie vakantie in Thailand en heel veel Oostakkerse groetjes.
  3. Wouter:
    9 december 2016
    Geen opa Nepal gezien, die zal druk aan het wandelen geweest zijn ;-) Over die toetsenweken zal ik nog eens met de jongens moeten spreken! Succes daar en groetjes vanop Koh Samed (!)
  4. Boud:
    23 december 2016
    Geniet van jullie "vakantie" en maak er een mooie en onvergetelijke Kerst van! We gaan aan jullie denken dit weekend! En uiteraard wensen we jullie nu al een even avontuurlijk en wonderlijk vervolg van jullie rondreis in 2017! groetjes uit Gent (vanavond Lo!) XXxx