China pt. 2: Xi'an - Chengdu - Kunming - Shuhe - Wumu

4 november 2016 - Wumu, China

China Pt.2: Xi’an – Chengdu – Kunming – Shuhe – Wumu

Vanuit Pingyao sporen we richting Xi’an, een kleine 500 km verder. Geen gedoe met gammele, overbevolkte treinen in China, het treinverkeer verloopt hier heel efficiënt en met modern materieel. We zitten in een comfortabele hogesnelheidstrein die een topsnelheid van 245km/u haalt. De jongens maken onderweg wat schoolwerk en voor we het weten komen we in Xi’an aan: oostelijk eindpunt van de Zijderoute, voormalige hoofdstad van het Chinese Rijk, maar vooral bekend sinds 1974 toen enkele boeren die een waterput aan het graven waren per ongeluk op een terracottasoldaat stootten: de ontdekking van het wereldberoemde Terracottaleger van de eerste keizer van China, Qin Shi Huangdi.

Maar Xi’an had al een roemrijk verleden achter de rug voor die ontdekking en dat zie je in de oude stad. We wandelden er door gezellige, nauwe straatjes waar je struikelt over de winkeltjes met kalligrafiebenodigdheden. Els haalt haar hart op en onderhandelt over de prijs van enkele penselen terwijl de jongens aan de waterkalligrafie gaan: geen mooie Chinese karakters, wel enkele smiley’s en “Wij waren hier” ;-)

Rond de oude stad is nog een complete omwalling, een echte dijk van 15 km lang op enkele meters hoogte. Vroeger gebruikt om de verdedigingstroepen snel van de ene naar de andere kant van de stad te krijgen, nu vooral bevolkt door wandelaars en fietsers. Van bovenuit zie je de dualiteit van de stad Xi’an: aan de ene kant de oude charmante stad en buiten de stadsmuren word je om de oren geslagen met moderne gebouwen en wolkenkrabbers… het blijft natuurlijk een stad van bijna 3 miljoen inwoners.

Een andere bezienswaardigheid in Xi’an is de Big Wild Goose Pagode, een boeddhistische pagode met een negen verdiepingen tellende toren. Het gaat eigenlijk om een heel tempelcomplex met verschillende pleinen, kloosterruimtes en grote pleinen er omheen. Hoog in de lucht cirkelen kleine stipjes: vliegers! Geen kinderspel echter, volwassen mannen (meestal bejaard) hanteren grote spoelen met honderden meters draad op en aan het einde een mooi versierde vlieger. Als je ze een vlieger vanop grote hoogte ziet binnenhalen besef je ook dat dit geoefende armen en heel wat coördinatie vergt… voorlopig nog niets voor onze jongens dus.

Wel iets voor onze jongens was het North Square. Op dit 168.000m2 grote plein bevindt zich de grootste muzikale fontein van heel Azië. Bij zonsondergang licht het hele plein op in verschillende kleuren met overal ingebouwde lichtjes en lichtsculpturen. Maar de grote finale is voor als het echt donker is. Dan kan je gratis (heel uitzonderlijk in China, mochten we ondervinden) genieten van de licht- en muziekfonteinenshow. We hadden een goed plaatsje uitgezocht, helemaal onderaan het plein, met zicht op de prachtig verlichte pagode. Klassieke muziek begeleidde het schouwpel van water en licht, met meer dan duizend opspuitende waterstralen in alle vormen en maten. Net voor onze neus was de hoogste waterstraal, zo’n 60 meter hoog, en als die stopt daalt de waternevel natuurlijk heel breed neer… Alle Chinezen gingen ervandoor en die vijf westerlingen bleven lekker staan, bijna doorweekt, maar tot groot jolijt van de kinderen én met het beste uitzicht!

Topattractie vanuit Xi’an is natuurlijk het Terracottaleger. Jaarlijks trekken miljoenen (hoofdzakelijk Chinese) bezoekers naar deze wonderbaarlijke plaats. Toen enkele boeren in 1974 een waterput aan het delven waren hadden ze geen idee wat hun vondst teweeg zou brengen… ze vonden het eerste terracotta beeld van een krijger, er zouden er nog duizenden volgen. Al deze krijgers dienden als beschermers voor de eerste keizer van China, die al van zijn 13 (!) jaar het idee had hoe zijn latere graftombe eruit moest zien. Gedurende een kleine 40 jaar werden zo’n 700.000 (dwang)arbeiders ingezet om dit huzarenstukje klaar te spelen. Elke soldaat is uniek en kreeg echte wapens ter beschikking om de keizer na zijn dood te beschermen. En ook al loopt er enorm veel volk rond in de drie overdekte hallen waar je de krijgers, paarden, strijdkarren en andere vondsten kan aanschouwen, dan nog heb je plaats en ruimte genoeg om alles te overzien en even stil te worden bij dit kolossale meesterwerk… Op de ene plaats zie je rij na rij de krijgers opgesteld staan, ergens anders steken stukken paard en kar half opgegraven boven en hier en daar zijn archeologen nog druk in de weer met borstel en truweeltje, die hebben nog wel wat jaren werkzekerheid voor de boeg!

Afsluiten in Xi’an deden we met een bezoekje aan de moslimbuurt. Doordat Xi’an op de Zijderoute ligt was er al heel lang contact met moslims en dat resulteerde in een bruisende wijk rondom de Grote Moskee. Chinese moslims hebben er een soort bazaar of soukh van gemaakt: honderden kraampjes met souvenirs, prullaria, zoetigheden (ze trekken en slaan de gesmolten suikermassa ter plaatse tot snoepjes)… Voor één keer kan je kebab eten langs de straat en het vlees voor de meat-on-a-stick wordt ter plaatse uitgebeend. Alleen al voor de sfeer en het mensjeskijken moet je hier naartoe.

Vooraleer we onze volgende (hogesnelheids)trein nemen richting Chengdu proberen we nog kaartjes te fixen voor onze volgende treinritten: Chengdu-Kunming, Kunming-Lijiang en Lijiang-Kunming. En dat is gemakkelijker getypt dan geregeld. De trein is enorm populair in China als vervoersmiddel, dus voor de drukke trajecten moet je er snel bij zijn, want werkelijk elke trein zit vol. Zelfs op de hst’en wordt na elke halte iedere lege plaats weer ingenomen door een nieuwe reiziger. In elk station kan je treinkaartjes kopen, maar niet in elk station spreken ze Engels. Probleem dus. Met het nodige handen- en voetenwerk lukt het uiteindelijk wel, al krijg je soms niet de softsleeper (2de klasse-met 4 bedden in één coupé) maar wel een hardsleeper (3de klasse-met 66 bedden in één wagon en stapelbedden van 3 hoog).

Gesprekken verlopen ongeveer zo: uitleggen datum, welke stad naar welke stad (en geloof ons, simpele Chinese stadsnamen klinken toch weer iets anders dan je dacht), aantal personen, to-ge-ther, yes, family, softsleeper, yes: SOFTsleeper, alles overlopen, softsleeper hé, yes yes, huppakee: de rekening, precies toch iets goedkoper dan gedacht, SOFTsleeper hé?, No no sir, HARDsleeper… Enfin, wel alles met de glimlach en zo maken we reizen in een hardsleeper ook eens mee ;-)

Treinstations in China hebben de allure van een Europese luchthaven. Twee veiligheidscontroles voor de check-in, kaartjescontrole en dan naar je toegewezen wachtruimte. Beeld je een enorme hal in waarin alleen maar Chinezen met have en goed staan te wachten tot ze kunnen boarden op hun trein en dan vijf westerlingen waarvan vier blonde kopjes… Er wordt weer volop gestaard, gelachen, geselfiet of vriendelijk om foto’s gevraagd, duimen worden de hoogte ingestoken samen met drie vingers en hele litanieën in het Chinees gebrabbeld. Op het moment dat de gates opengaan schiet de wachtrij in beweging en steken ze langs alle kanten voor, een rush naar de juiste wagon om toch de eerste binnen te zijn. Er zijn wel genummerde plaatsen, maar voor je bagage geldt het recht van de eerste dus. Aangekomen in onze wagon met hardsleepers merken we dat onze bedden wat verspreid zijn over de wagon. Er zijn 66 bedden, 6 per ruimte in stapelbedden van drie hoog en zo 11 ruimtes over de hele wagon, zonder deuren tussen de ruimtes en de gang, waar klapstoeltjes en wat tafeltjes zijn. We proberen eerst te weten te komen welke bedden we hebben, want er staat wel een nummer, maar de Chinese karakters na dat nummer vertellen je of je beneden, in het midden of helemaal boven slaapt. Wij hadden vier bedden beneden in drie verschillende ruimtes. Dit zijn de duurste plaatsen en de loketbediende zal gedacht hebben ons een plezier te doen om beneden te liggen… Onze jongens zaten echter al snel drie-hoog in de stapelbedden, da’s toch de leukste plaats, niet? En aangezien onze wagon redelijk bevolkt zat met oudere Chinezen hebben we vlug vrienden gemaakt door onze duurdere bedjes beneden te ruilen voor hogere bedden, waar die oudjes dan ‘s avonds niet moesten inkruipen met hun stramme knoken. Iedereen content dus! En maar babbelen met ons en wijzen naar de jongens en zeggen dat ze best maar niet met op hun kousen rondlopen en oeioeioei, die kleinsten gaat daar toch niet opkruipen tot boven zeker? En hier, een granaatappel, voor de beddenruil en hupla, nog een grote appel voor den oudsten en kijk, een lekker koekje van dat kleine kindje voor ons, allez toe, neem nog maar één… Met zo’n attractie in hun wagon vliegt de tijd al snel, enig probleem voor ons is dat het licht maar tegen 22.05 u uitgaat en we er vroeg uitmoeten, waarbij nog eens komt dat er ‘s nachts enkele stops zijn en de conducteurs die haltes luidkeels (maar echt LUID) komen omroepen zodat iedereen telkens wakker is. Niettemin is dit wel een leuke reiservaring, we hebben twee hardsleeper-ritten mogen meemaken maar waren nu ook weer niet rouwig om nog twee andere treinritten in de softsleepers te mogen doorbrengen…

Over Chengdu kunnen we kort zijn: we hebben er wat rondgestruind, wat marktjes met veel dieren (al dan niet om op te eten) gezien en genoten van de lokale Sichuan hot-pot specialiteit… Dit is een soort fondue à la chinoise: je krijgt een grote koperen pot met een te kiezen bouillon (weer een huzarenwerkje om uitgelegd te krijgen dat je niet té spicy wil hebben, want ze kennen er wel wat van) en dan brengen ze een briefje met heel veel Chinees en aan te kruisen hokjes, maar geen foto’s of Engelse uitleg, altijd spannend!

Maar de reden dat de meeste toeristen in Chengdu zijn is natuurlijk: de panda’s! Otis had al een keer of 12 gevraagd: “En morgen naar de panda’s?” dus nu was het eindelijk zijn beurt om zijn pandatrui aan te doen en ‘s ochtends vroeg naar de Chengdu Research Base Of Giant Pandas te gaan. Vroeg omwille van het feit dat panda’s gewoon luie beesten zijn die enkel tijdens hun eetmomenten in wakkere toestand te zien zijn en dat is dus ‘ s ochtends bij het ontbijt. Opnieuw hordes Chinezen die hun nationale trots willen gaan aanschouwen, maar hier zien we voor de eerste keer wat meer Westerse toeristen… de panda-mania is dus toch een wereldwijd fenomeen. Wat de panda’s betreft is er niet zoveel verschil als met Paira Daiza: de volwassen panda’s zijn solitair dus hebben ze elk hun eigen territorium waar ze bamboestokken zitten te schranzen en languit liggen te maffen. Alleen kan je er hier heel veel zien, van snoezig klein tot puberende panda’s die nog samen mogen zitten tot oudere exemplaren. We denken er rond de vijftig gezien te hebben, maar het kunnen er ook nog meer geweest zijn. Helaas was de materniteit gesloten voor werkzaamheden dus de piepkuikens in de couveuse en de parkjes zaten buiten ons zicht. Ook de Rode Panda’s konden op heel wat aandacht rekenen en werden zelfs als schattiger dan hun grote neven bevonden door de kinderjury. Mission accomplished dus voor onze jongens: een hele dag pandaplezier en op het einde van de rit nog elk een knuffel uit de brand weten slepen…

Een nachttrein later kwamen we aan in Kunming, hoofdstad van de zuidwestelijke provincie Yunnan en vooral verbindingsstad naar Dali of Lijiang. Wij kozen Kunming voor de nabijheid van Stone Forest in Shilin County, alweer een Unesco World Heritage site die China rijk is. Stone Forest is een deel van het Zuid-Chinese karstgebergte, kalkstenen rotsen die na millenia erosie als stalagmieten boven de grond uitsteken en zo als stenen bomen lijken. Zoals bij veel van die Chinese natuurparken moet je eerst even door de zure appel bijten van souvenirwinkeltjes, elektrische wagentjes en hordes toeristen op weg naar het uitkijkpunt, maar eenmaal voorbij het drukke begin kan je ongestoord rondwandelen en genieten van de natuurpracht. Nog een geluk dat de meeste Chinezen niet van het actieve wandeltype zijn!

Waar ze wel heel actief en bedreven zijn is in dansen, zingen en musiceren… en liefst alle drie samen, met veel volk erbij en in een openbaar park. Ook in Kunming mochten we deze taferelen gadeslaan in het Green Lake Park: overal zie je groepjes Chinezen rond een muziekbox staan waar heel luide muziek uitkomt en dan gaan ze aan het dansen, van hipsters tot traditioneel geklede vrouwen en mannen-in-pak, allemaal dansen ze mee… Verder hoor je mannen en vrouwen door een micro staan kwelen terwijl ze live begeleiding krijgen van een vier- of meerkoppig orkest. Daarnaast zie je op iedere hoek wel een kaartersclub, wordt er gedamd/geschaakt/gemahjongd en voor de actieve zestigplusser staan er overal fitnesstoestellen die druk gebruikt worden, ook door onze jongens natuurlijk… Aan sfeer dus zeker geen gebrek en de ouderlingen blijven actief bezig.

Alweer een nachtje treinen verder ligt Lijiang, vergelijkbaar met Pingyao maar door zijn vele waterkanaaltjes ook het Venetië van het Oosten genoemd. Ook hier weer Unesco werelderfgoed, maar op geheel Chinese wijze deskundig de nek omgewrongen door de commercie en de reisdrift van de nieuwe Chinees. Wij verbleven in Shuhe, op 5 kilometer van het oude Lijiang zelf, wat gold als veel rustiger dan zijn grote broer. Ook hier hele mooie wandelstraatjes, waterpartijen en berggezichten, maar helaas ook honderden souvenirwinkeltjes met dezelfde inhoud, sjakossenwinkels, zilversmeden, houtsnijwerkers, djembe(!) shops en winkeltjes waar van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat hetzelfde fragmentje muziek van anderhalve minuut wordt gedraaid… Blijkbaar hebben ze ieder jaar een nieuw hitje die ze tot ten treure toe in verschillende winkeltjes naar buiten laten schallen en blijkbaar werkt hun verkoopsmethode wel want de Chinees kwam, luisterde en kocht. Voor de geïnteresserde: dit is het hitje van dit moment Xiao Bao Bei, zie https://www.youtube.com/watch?v=EupCJBZ6vtU of één van de duizenden DHZ-karaoke-versies… Oorwurm-alert!

Toppunt van de handelsdrang is de gele M van McDonald’s op de zijmuur van het plaatselijke Tibetanenklooster… zucht. Vluchten kon gelukkig nog door een mooie bergwandeling, vanuit de hoogte ziet alles er toch rustiger uit. We huurden ook nog een toeristentandem om met ons vijf te ontsnappen en een leuk fietstochtje te maken naar Baisha. Een -nu nog- authentiek Naxi dorpje waar je de plaatselijke Naxi-vrouwen nog in authentieke klederdracht ziet rondlopen en werken. Helaas springen de souvenirwinkeltjes hier ook al als paddestoelen uit de grond, dus de vraag is niet of het dezelfde richting zal uitgaan als met Lijiang en Shuhe, maar hoe lang ze het kunnen weerstaan…

Het oude Lijiang hebben we zelfs niet meer bezocht en we trokken ook een dag eerder weg uit Shuhe dan gepland, gelukkig was er nog de Tiger Leaping Gorge!

De Tijgersprongkloof is één van de diepste kloven ter wereld, geprangd tussen de Jade Dragon en de Haba Snow Mountain, twee kleppers van 5000 meter en meer, stroomt de Yangtse-rivier en baant zich een weg tussen de steile rotsen. Soms breed en stil, op andere plaatsen kolkend en ruw. Zonder kinderen kan je de gehele kloof, een 17-tal km, doorwandelen via de upper trail door de bergen of de lower trail naast de Yangtse. Wij kozen voor een klein stukje upper trail bij het Teahorse Guesthouse om het zicht op de kloof vanuit de hoogte te kunnen bewonderen en een fikse afdaling van bij Tina’s Guesthouse langs een Naxi-wandelpad tot aan de woeste rivier en één van de rotsen die bekend staan als de Tijgersprongrotsen. De legende gaat dat een tijger, achternagezeten door een jager, via een steen over de Yangtse-rivier sprong op het smalste punt… wat toch nog 25 meter blijkt te zijn ;-)

De jongens zetten hun beste beentje voor en gedurende een zestal uur was het klauteren en afdalen, schuifelen langs steile rotswanden en wandelen naast het gebulder van de Yangtse. Klap op de vuurpijl was een ‘shortcut’ bij de terugkeer langs een steile ladder die de Naxi tegen een bergwand hebben vastgemaakt, 170 tredes later en een mama met bibberende knieën rijker konden we terugkijken op een stevig dagje zwoegen en vele mooie uitzichten.

Maar het mooiste uitzicht op de Yangtse moest dan nog komen. Via vrienden en enkele reportages in reismagazines wisten we dat er in de bergen rond Lijiang, in het kleine bergdorpje Wumu, een Vlaamse vrouw met haar Chinese man een uitstekende lodge uitbaatte. De Huahuasei Lodge ligt op een bergflank en kijkt uit op een vallei met helemaal onderin de Yangtse. De rit ernaartoe was volgens Els en de jongens adembenemend mooi, ikzelf mocht genieten van een flinke portie wagenziek zijn, nochtans niet echt een van mijn specialiteiten. Het warme onthaal bij aankomst door Wendy en de kinderen Luka en Manon maakten gelukkig veel goed en eenmaal we het zicht vanop het terras konden bewonderen verdween de knoop in mijn maag onmiddellijk.

De volgende zes dagen konden we genieten van het landschap, de zon, het heerlijke eten dat Wendy en haar kokkin ons voorschotelde, praten met andere reizigers en onze gastvrouw, de jongens zien spelen met nieuwe vriendjes en nieuw speelgoed,…

De dagtocht die Wendy voor ons uitstippelde en mee begeleidde was één van de mooiste van onze reis tot nu toe. Via een wandelpad dat de Naxi-boeren gebruiken om naar hun akkers te gaan ging het downhill van de guesthouse tot aan de rivieroever waar een bootje ons opwachtte. We liepen langs smalle paadjes, tussen het hoge gras met prikkende zaadjes, onder struikgewas waar de geitjes zich verstopten, langs kleine hutjes met kuikens en honden en we zagen onze eerste bananenboom... Yangtse-cruise-gewijs voeren we op het grijsblauwe water door het prachtige landschap met uitzicht op kleine dorpjes tegen de bergen en als eindpunt Baoshan oftewel Stone City. En dat Stenen Dorp mag je gerust letterlijk nemen: op een joekel van een uitstekende rots werd een dorp gebouwd waarvan de huizen letterlijk uit de rotsen gekapt werden. Na een laatste trip opwaarts konden we er genieten van een lunch met ongelooflijk uitzicht en we konden even binnengluren bij een oude dame in haar huisje-van-toen, waar de jongens de maalsteen konden uitproberen en wij wat uitleg kregen hoe het er vroeger aan toe ging… Wumu en de Huahuasei Lodge waren een rustpunt in onze reis, mocht ons visum niet verlopen, we waren gerust nog een week langer gebleven! Op naar land nummer vier: Nepal, Namaste!

Foto’s

4 Reacties

  1. Carmen:
    8 november 2016
    dank je wel voor het leuke verslag. Zo China achter de rug en nu in Nepal met een heerlijke temperatuur terwijl het hier begint te vriezen. Amuseer jullie maar verder en tot het volgend verslag
  2. Vanessa willems:
    9 november 2016
    Zo leuk geschreven, helemaal mee met jullie op reis.
    Otis en de panda's, die zal genoten hebben! En een knuffel erbij!
    Door dit te lezen heb ik zin om eens China te gaan verkennen!
    Nog veel reisplezier!
  3. Sofie, Nils & Numa:
    26 november 2016
    Dag trotters!
    Ik werd helemaal meegesleurd in jullie verhaal...leuk om mee te beleven.
    En nu: Amai, Nepal al, wat gaat het snel!

    Wellicht te laat maar hier onze toppers voor Nepal:
    In Phokara: Gauri Shankar Guest house.
    Ik neem aan dat jullie het niet tot Anapurna of Everest base camp zullen halen :), maar uitbaters Ram en Harka zijn experts en zullen volgens mij ook wel wandeltips voor ouders met kids kunnen geven.

    In de buurt van Kathmandu (in de hoop dat niet verwoest door aardbevingen):
    stadje Bhaktapur, proef er hun yoghurt maar vooral: de authentieke sfeer (in 2010 althans nog). De tijd is er precies blijven stil staan. Heel leuk voor de kinderen ook om rond te lopen.

    Chitwan Park in Nepal: park zelf: beetje overroepen, maar lijkt me indrukwekkend voor de kinderen, vooral als ze nog wat dieren willen zien.
    Platteland daar is vooral leuk om rond te fietsen, lokale bevolking en kinderen te ontmoeten (ergens in centrum kan je fietsen huren). En zorgt voor afkoeling:)

    Benieuwd naar meer van jullie avonturen. Geniet ervan.
    Tot later!

    groetjes uit Gent
  4. Tamira De Bilde:
    29 november 2016
    Hoi toeristen,

    wat fijn om jullie op deze manier te kunnen volgen.
    Ik zou zo mijn rugzak vullen met het hoogst nodige en willen vertrekken. ; )
    Maar het zal voor een andere keer zijn. ; (
    Veel succes, toffe ontmoetingen, schitterende uitzichten, knappe foto's, beeldige verhalen, ...
    Grtz,
    Tamira