China pt.1: Beijing en Pingyao

16 oktober 2016 - Beijing, China

Ulan Bator – Beijing was de laatste rit van onze Trans-Siberische Express. Een fantastische rit door de betoverende Gobi-woestijn, met uitgestrekte vergezichten, kamelen in het zand en een brandende zon aan een staalblauwe hemel… Enfin, zo is het meestal: wij kregen een witgesneeuwde woestijn en een witgrijze sneeuwhemel voorgeschoteld, heel even zagen we wat verkleumde kamelen, maar dat was het dan ook. Jammer maar helaas.

De bediening verliep ook iets anders op het Chinese traject: waar we in Rusland en Mongolië vriendelijke en ijverige treinconductrices hadden (poetsen, stofzuigen, toiletten schoonmaken, wc-papier aanvullen,…) kregen we in ons modern Chinees treinstel enkele luie Chinese venten, die werkelijk geen klop uitvoerden, aan het kaarten en drinken gingen met de andere conducteurs, gezellig zaten te koken in de gang (rook wel beter dan onze instantnoedels), in bloot bovenlijf lagen te maffen, sigaretten stonden te paffen bij het no-smoking bordje, slechts één van de twee toiletten opendeden om nadien toch wat minder werk te hebben en maar één maal per dag het toiletpapier aanvulden… Misschien was het maar een slecht betaald luizenbaantje, veel werkijver was er niet te bespeuren…

Meer werkijver was er bij de grensovergang tussen Mongolië en China: daar dienden al de treinstellen van nieuwe wielen voorzien te worden. ¿Qué? Jawel, de Russen en Mongolen (en de rest van de wereld) hebben sporen met een verschillende breedte dan de Chinezen, dus hijsen ze bij de grens iedere wagon de lucht in en komen er andere wielen onder. Een werkje dat al gauw een uur of drie in beslag neemt, maar wel leuk om te zien. Je blijft gewoon zitten terwijl ze de hele handel wisselen en de jongens maar zwaaien naar de werkmannen ;-)

In Beijing aangekomen maakten we onmiddellijk kennis met de grootsheid van China. Het treinstation moest niet onderdoen voor een uit de kluiten gewassen Europese luchthaven en het krioelde er van de, tja, Chinezen… Gelukkig kwam onze (Griekse) gastheer Nick van ons AirBnB-guesthouse ons opwachten om samen de bus te nemen tot aan hun huis. Metrostations kregen sinds de Olympische Spelen van 2008 overal Engelse opschriften, voor bussen is dit niet het geval en er zijn zo’n 2000 stadslijnen waar je uit kan kiezen.

Eenmaal aangekomen in onze AirBnb maakten we kennis met de Chinese Cindy, gastvrouw des huizes. Samen met Nick heeft ze een supergezellige, authentiek gastenverblijf in een hutongwijk van Beijing. Een topadresje die we doorgespeeld kregen van Tomas en Elizabeth die hier twee jaar geleden ook te gast waren met hun kinderen Jerom en Marte toen ze ook een lange reis maakten. Gastvrouw Cindy werkt trouwens samen met de Belgische shock-kunstenaar Wim Delvoye. Destijds voor zijn getatoeëerde varkens, die in China gekweekt en getatoeëerd werden. Later ook voor kunstig uitgekerfde autobanden door een Chinese boer, waarvan enkele exemplaren stonden op het binnenkoertje.

Het leven in de hutongs is zoals het honderden jaren geleden ook al moet geweest zijn: smalle steegjes, kleine winkeltjes en huisjes met daarachter grotere huizen met mooie binnenplaatsen. Overal stijgen er onbekende maar overheerlijke geuren uit keukentjes waar duchtig gewokt en gefrituurd wordt. Auto’s kunnen er niet altijd door, maar het is wel oppassen voor de vele tientallen elektrische scootertjes, bakfietsen en andere tweewielers die je geruisloos voorbijzoeven. Een poging van de Chinese regering om de smog te reduceren, wat voorlopig maar in beperkte mate lukt. Wij hadden de meeste tijd een open blauwe lucht in Beijing maar af en toe trok de smognevel toch ook over de stad en hulde alles in de mist. Sommige hutongs worden ook nog eens overspoeld met souvenirwinkeltjes en riksja’s die hutong-tours aanbieden, net omdat de hutongs een mooi beeld geven van vroeger en hun toekomst ooit bedreigd werd. Vele hutongs hebben plaats moeten ruimen voor kantoorbuildings en woontorens, maar nu is er wel (tijdelijk?) een halt aan toe geroepen. Wij zaten gelukkig in een heel kalme hutong, met leuk binnenplein en zonnige dakterrasjes waar je weinig merkte van de hectiek van alle dag, ook al was die maar twee straten van ons verwijderd.

Wij brachten vijf dagen door in Beijing, wat zeker geen overbodige luxe was. Natuurlijk bezochten we het Tiananmen-plein, het grootste plein van de wereld, met in het midden het mausoleum van de grote roerganger Mao Zedong. Een groet aan zijn opgezwollen, oranje zelve lieten we aan ons voorbijgaan en we zetten koers richting de Verboden Stad. Iets waaraan we ons nog veel aan zouden mispakken zijn de enorme afstanden in Beijing: op kaart lijkt alles vlotjes overbrugbaar, maar in het echt maal je toch heel wat kilometers af. De Verboden Stad heeft zijn naam echt niet gestolen: het is een enorm openlucht-museum midden in de stad en nog maar toegankelijk voor de gewone sterveling sinds de jaren ‘50. Je wordt er om de oren geslagen met tempels, toegangspoorten, pleinen, paleizen en diens meer… heel indrukwekkend en groots, en dat overdonderen was natuurlijk het opzet van de bouwers.
Hier maakten we ook voor het eerst kennis met de vele Chinese toeristen die in eigen land rondreizen, wat moet dat zijn tijdens het hoogseizoen?! Ze maken ook ongegeneerd en vrijpostig foto’s van de jongens, die hier wel heel exotisch zijn van voorkomen. In het begin vinden die het nog leuk, maar na een tijdje begint het toch wat te vervelen. Otis is de eerste die afhaakt en zijn kap opzet of gewoon weigert om op de foto te staan. Siebe en Warre tellen de in het geniep gemaakte selfies met zichzelf erop (67 op dag 1) en proberen er munt uit te slaan (money, money, photo), helaas zonder veel succes. Wijzelf ontsnappen meestal aan het fotografeer-salvo, maar krijgen wel van velen (van taxi-chauffeur over politie-agent tot douane-beambte) een dikke duim en drie vingers in de lucht: 3 jongens, dat vinden ze hier straffe kost in een éénkindsnatie...

We sluiten de dag af met de beklimming van Longevity Hill, van waar je een schitterend 360° uitzicht hebt op de Verboden Stad en de rest van Beijing.

Overal in Beijing vind je hele grote en minder grote parken met tempels, paleizen, meren, pagodes en keizerlijke buitenverblijven. Allen zijn ze even uitgestrekt, best wel prijzig (overal toegangsgeld te betalen) en toch iedere keer weer de moeite waard. Houhai Park, Temple of Heaven, Beihai Park, de Drum- en Belltower, het Zomerpaleis,… allemaal passeerden ze de revue. Ook in deze hoofdstad bleek de metro het meest efficiënte vervoersmiddel om de afstanden af te leggen. Met een goede app op de smartphone vonden we probleemloos onze weg in de 9 metrolijnen en ??? stations. Tijdens de piekuren kon het wel wat druk worden maar ook hier stonden mensen hun plaats graag af voor de kinderen en het vele metro-personeel gaf bij het in- en uitstappen steeds richtlijnen om iedereen veilig in de stellen te krijgen.

En toen moest het orgelpunt van onze vijfdaagse nog komen: een bezoek aan de legendarische Grote Muur. Van de originele 10.000km(!) zijn er nu nog zo’n 6.300km overgebleven waarvan er enkele tientallen kilometers mooi gerestaureerd werden. Wij kozen voor het stuk muur op 65 km van Beijing, bij Mutianyu. Hier loopt de Muur op en langs de bergkammen en het is er een stuk minder toeristisch dan bij Badaling, de dichtste site bij de hoofdstad.

Op tijd uit de veren dus, met de metro naar het busstation, vandaaruit een uurtje op de expressbus tot in Huarou en het laatste stuk met de taxi tot aan Mutianyu. Wellicht net door het ontbreken van een rechtstreekse verbinding en de verdere afstand is dit een minder toeristisch stukje… Denk nu wel niet dat dit een afgelegen stuk Muur is, vooraleer je de shuttle bus naar het vertrekpunt kunt nemen moet je langs 500 meter souvenir- en voedselstalletjes die allen hetzelfde verkopen. Wat moet dat dan bij Badaling zijn? Enkele busladingen Chinezen-met-oranje-petjes werden net gelost en we vrezen het ergste voor boven op de Muur. Gelukkig kozen wij voor de zeteltjeslift (de Télésiège) naar boven en niet voor de grotere kabelbaan die op een andere route nam. Eenmaal boven merken we dat alle anderen blijkbaar voor die tweede optie kozen ;-) We kiezen een steil stuk met grote trappen, tot aan het einde van het gerestaureerde deel. Het is er opvallend rustig. Niet enkel door de weinige Chinese toeristen en de moeilijkheid van het parcours, maar onze monden vallen stil en open bij het zien van zoveel grootsheid… Hoe ze dit ooit hebben kunnen klaarspelen met enkel menselijke kracht en vernuft, het is werkelijk ontzagwekkend. De jongens hebben niet enkel oog voor het uitzicht maar boys-will-be-boys-zijnde hebben ze bijna meer aandacht voor de grote krekels en duizendpoten die we onderweg tegenkomen. “Maar kijk toch eens hoe mooi dat die Muur hier is… en dat uitzicht!” proberen wij dan… “Welke Muur?” is het ontluisterende antwoord. Reizen met kinderen, het blijft toch speciaal!

Hun hoogtepunt van de reis moest dan nog komen. Na het klauteren op de Muur gingen we al zoevend weer naar beneden. Vanop het punt waar wij met de zeteltjeslift bovenkwamen vertrekt ook een tobogan of rodelbaan terug naar beneden. 1500 meter lang glijplezier voor jong en wat minder jong in een karretje langs een inoxen glijbaan tot helemaal beneden… ze spreken er nog altijd van!

Afsluiten in de hoofdstad van China deden we met een culinair orgelpunt: Beijing Roasted Duck. Gastheer Nick had ons gewaarschuwd dat het wel druk kon zijn bij één van de bekendste gelakte-eendenresto’s die in de buurt van ons gasthuis lag, maar we wilden het wel proberen. Na een goed uur wachten, enkele drankjes aan de bar en wat blijven aandringen (we begrepen het systeem van de wachtrij niet echt… een ticketje en veel Chinese tekens met dito scherm om het in het oog te houden) was het aan ons. We hadden de eenden al zien hangen bij het houtvuur en de apetijt was meer dan gewekt. De gelakte eend wordt in zijn geheel aan tafel gepresenteerd en ter plaatse in fijn stukjes versneden. En dan kunnen we zelf aan de slag: flinterdunne pannenkoekjes worden gevuld met stukjes komkommer, kool, allerhande sausjes en natuurlijk een stukje eend met een knapperig stukje vel… héérlijk! Mocht er iemand een goed Beijing Duck restaurant in België weten, we komen af!

Na een hartelijk afscheid met Cindy & Nick (we hadden de eer hun 700ste AirBnB-boeking te zijn, HiepHiepHoela!) was het tijd om opnieuw verder te sporen. Na een grondige controle, een snelle hap en wat wachten in een enorme grote en drukke wachtruimte (25 wachtruimtes telkens voor twee vertrekkende treinen) was het tijd voor onze eerste Chinese D-trein, een hogesnelheidstrein, met bestemming Pingyao. Het treinverkeer is hier zo mogelijk nog populairder dan in Rusland. Het is het vervoersmiddel bij uitstek voor de modale Chinees en de high speed trains verbinden de ene miljoenenstad waar wij nog nooit van gehoord hebben (Baoji – Guangyuan – Mianyang – …) met de andere. Onderweg zoeven we met 245km/u langs uitgestrekte industriegebieden, doorklieven we bergachtige streken, passeren er landbouwterrassen aan ons voorbij en kijken we over kilometerslange boom- en fruitgaarden. Tickets voor deze treinen zijn op een knip uitverkocht, dus op tijd er bijzijn is de boodschap. De treinen zijn comfortabel met een soort vliegtuigzetels, 5 in een rij. En elke zetel die vrijkomt op een tussenstop wordt onmiddellijk weer ingenomen door een nieuwe reiziger. Ook hier zijn we dikwijls de enige Westerlingen in heinde en verre te bespeuren en ongegeneerd minutenlang aanstaren is geen uitzondering. En om één of andere reden gaan ze er ook van uit dat wij vlot Chinees spreken want er worden hier hele verhalen vertelt waar we geen idee van hebben waarover het gaat. Antwoorden in het Engels zijn we ondertussen ook verleerd, gewoon in het West-Vlaams heeft hetzelfde effect, ze verstaan er toch geen bal van ;-)

In Pingyao aangekomen worden we aan het station opgewacht door Liu, zoon van de eigenaar van het Xiangshengyuan Guest House. De vertaal-app wordt al snel opgehaald om ons welkom te heten en te vertellen dat we 20 minuutjes later zullen aankomen in Pingyao Ancient City.

Pingyao? Moeten we dat ergens van kennen? De eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat ik er ook nog nooit van gehoord had. Pingyao is een door Unesco erkend beschermd gebied sinds eind jaren ‘90. Het is een mooi voorbeeld van hoe een Chinese stad er tijdens de Qing en Ming dynastieën (14de-17de eeuw) moet hebben uitgezien. Wellicht door meer toeval dan kunde besloten de inwoners van Pingyao hun nieuwe stad buiten de omwallingen van die oude troep neer te poten waardoor het oude centrum en de 6km lange omwalling van de stad bewaard bleven en later nauwgezet gerestaureerd werden. Dit zou het best bewaarde stukje China moeten zijn vanuit die tijd, zie het zoals het Middeleeuwse Brugge voor ons.

En net als Brugge is het stadje enorm toeristisch en ook superpopulair bij de Chinezen zelf. Dat resulteert in bussenvrachten selfie-trekkende Chinezen die van de ene bezienswaardigheid naar de andere worden rondgevoerd in elektrische maxi-golfkarretjes. Het centrum zelf is gelukkig helemaal autovrij gemaakt, maar dan is het soms toch nog opletten voor de elektro-scootertjes en -fietsen. De twee grote hoofdstraten zijn volgestouwd met eethuisjes, souvenirstalletjes, prullariawinkeltjes, massagesalons en verkoopslui die hun Pingyao Beef (soort gezouten varkensvlees) en andere lokale producten de hemel inprijzen en aan de man proberen te brengen. Gelukkig bestaan er zij- en parallelstraatjes die veel minder druk zijn en een mooi beeld geven van dit prachtig stadje. De omwalling kan je helemaal afwandelen en daar vind je praktisch geen enkele Chinese toerist, die lopen even omhoog bij een toegangspoort, nemen hun selfie en gaan weer hun karretjes op richting volgende selfie-opportunity. Pingyao was de geboorteplaats van het Chinese bankierswezen en er staan dan ook heel mooie rijkversierde woningen die ooit dienstdeden als woonhuis, bank of rechterlijke instanties. Ook de obligate tempels ter ere van Confucius of het Taoïsme vind je er weer. Wat we ook terugvonden waren onze Belgische vrienden op lange reis die we in Mongolië leerden kennen, begot! Net toen we terugkeerden van onze stadswandeling botsten we zowaar bijna letterlijk op Tine en Jérome en hun kinderen… heel grappig en leuk om elkaar zo onverwacht opnieuw tegen te komen. Zij reizen in China met hun bus in een klein konvooi van Europese reizigers met busje, auto of jeep om zo de kosten wat te drukken die aan een doortocht met eigen vervoer in China verbonden zijn. Zo hebben ze een vast reisschema en een gids die overal mee naartoe gaat. Misschien komen we ze nog eens ergens tegen het lijf in Zuid-Oost Azië? Wordt (hopelijk) vervolgd! En wij? Wij sporen verder richting Xi’an en Chengdu...

Foto’s

5 Reacties

  1. Liesbeth:
    22 oktober 2016
    Zhu nimen yilu ping'an!
    Een "laowai" mag je gerust beantwoorden met "laozhong", dat vinden ze hilarisch.
    En mocht je nog een keer verlegen zitten om nieuwe culinaire probeersels:
    宫保鸡丁
    铁板牛肉
    鱼香茄子
    孜然炒牛肉
    西红柿炒鸡蛋
    nimen manmanchi en doe ze de groeten in Xi'an
  2. Miel:
    23 oktober 2016
    Welk land vonden jullie het leukst?;-)
    ㊗️㊙️️
  3. Tine en Jérôme:
    23 oktober 2016
    Onze eerste kennismaking in Tsetserleg was al een superleuk toeval, elkaar in Pingyao nog eens tegenkomen in zulk een reusachtig land was ongelofelijk. Wij kijken alvast uit naar onze volgende ontmoeting!
  4. Juf Truus van BS De Vogelzang:
    23 oktober 2016
    Dag familie Chielens,
    Oef , eindelijk wat tijd gevonden om nog eens naar jullie blog te kunnen kijken. Op school lukt dit niet meer wegens kapotte beamer. Maar de nieuwe is besteld en dan kunnen we weer met de klas kijken.
    Bedankt voor het leuke kaartje van Bajkalmeer. Ik zou daar ook wel eens een duik willen in nemen om 5 jaar langer te leven.
    Ik vind die reisverhalen die papa/mama schrijft superinteressant en spannend. De jongens doen nogal wat ervaringen op, zeg ! Onthoud daar maar veel van , Siebe en Warre.
    In de klas wachten de kinderen ongeduldig op hun 1ste rapport. We deden de afgelopen weken wat toetsjes ivm herhalingsleerstof 3de lj. . Nu zijn de meesten klaar om de nieuwe leerstof van het 4de aan te pakken.
    Genieten jullie ondertussen maar van China. We duiden jullie reisweg aan op de kaart die in de klas hangt.
    Vele groetjes - Juf Truus en L4B
  5. Elynn en ouders:
    6 november 2016
    Hallo, de vakantie zit er hier bijna op. We sluiten de vakantie af met het kijken naar jullie foto's. Super tof om weer mee te genieten van jullie China avontuur. Lijkt ons een boeiend land.
    Elynn haar opa is momenteel ook in Nepal aan het trekken. Momenteel zit hij in Pangboche. Ik weet niet precies wanneer hij terug in Kathmandu is. Veel plezier daar en geniet met volle teugen van jullie avontuur. Veel groetjes, Inge en Elynn