Awesome Australia, pt. 1

19 mei 2017 - Darwin, Australië

En hop, opeens waren we in Australië… slechts 5 uur vliegen van Kuala Lumpur en we landen in een andere wereld… Eigenlijk stond Down Under niet in ons originele reisschema. Vijftien jaar geleden, in het pre-kindertijdperk, bezochten we dit continent al eens en waren er meteen smoorverliefd op… Helaas was dit toen al een kostelijke grap en het is er sindsdien niet op verbeterd. Maar on-the-road in Azië bleef het verlangen wel, we waren nu immers zo dichtbij! En dan kom je andere reizigers tegen die uit Australië afkomstig zijn of er net vandaan komen en dan wordt dat verlangen alleen nog maar meer gevoed. En dat is natuurlijk de grote troef van Lang Reizen, als je daar zin in hebt, verander je gewoon de route… Na wat wikken en wegen opteren we voor een goede maand op het Red Continent, een self-drive trip van Perth naar Darwin met een deel langs de Indische Oceaan en dan de Outback in op weg naar het hoge, tropische Noorden… alles op zijn kop hier! We kamperen met een 4WD en een rooftoptent, de beste optie om het budget zo laag mogelijk te houden, want accommodaties (hotels, zelfs airbnb) en uit eten gaan zijn behoorlijk duur aan deze zijde van de aardbol…

Maar een vliegticket Kuala Lumpur – Perth met AirAsia valt dus reuze mee. En dan kom je na 8 maand omzwervingen in Eur- en Zuidoost-Azië opeens thuis… niet enkel een Europees, zeg maar Westers, gevoel maar ook een mentaliteit waar we grote fan van zijn. De Ozzies zijn supervriendelijk, grappig en charmant. Bij de douane worden we vriendelijk verwelkomd, ook al moeten we langs de goods-to-declare-afdeling met wat houten speelgoedsouveniertjes van de jongens… Ze zijn hier heel streng op alles wat binnenkomt maar doen die controles wel met de glimlach en gelukkig voor ons mochten we de katapulten en pijl-en-boog gewoon weer meenemen ;-)

Perth

Perth is een fantastische stad. Naar Australische normen het gat van Pluto, want veel verder verwijderd van Sydney dan van pakweg Jakarta, maar misschien net daardoor een heel aparte en ongedwongen sfeer. Er is een heel gezellig centrum, een haventje om langs te wandelen en zoals overal in Australië zijn de openbare voorzieningen buitengewoon, eventjes opsommen: gratis buslijnen doorheen de stad, veel speeltuinen voor de kids, perfect verzorgde openbare toiletten, mooi aangelegde parken, gratis (en vooral propere) gasbbq’s klaar om te gebruiken bij picknickplaatsen, enzovoort… Het lijkt ons absoluut niet onprettig om hier, ver weg van alles, te moeten wonen. We houden nog even halt bij een waterspeeltuin, een soort grote fontein met waterpoeletjes en waterstralen langs alle kanten, superleuk voor de gasten om wat af te koelen, want ook al gaat het hier richting winter, de temperaturen zijn nog meer dan aangenaam te noemen.

Veel te snel moeten we er hier vandoor. Na twee dagen in onze leuke Airbnb is het tijd om in kampeermodus te gaan. Gepakt en gezakt nemen we de bus richting het vliegveld, waar ons verhuurbedrijf gevestigd is. Ik vraag om een familieticket (zoals twee dagen daarvoor richting het centrum) maar blijkbaar kan dit niet op dat moment. En in plaats van ons het volle pond te laten betalen zegt de buschauffeur gewoon “I’ll give ya a free ride, mate, no worries!” Ik zie het ze bij De Lijn nog niet zo snel nadoen. Geen wonder dat iedereen hier bij het afstappen van de bus de chauffeur nog eens luidop bedankt, daar kunnen we als Vlaamse busgebruikers dan ook weer een voorbeeld aan nemen!

En zo staan we plots bij ons huisje-op-wielen voor 32 dagen: een kloeke Toyota Landcruiser met slechts 6000 km op de teller. Alles mechanisch, zodat er geen elektronica stukgerammeld wordt onderweg en met een rooftoptent op het dak bevestigd. Na een korte rondleiding proppen we onze bagage in de koffer en dan vragen we ons al luidop af hoe we al die boodschappen er nog eens bij zullen krijgen. Een Zwitsers koppel naast ons stelde zich diezelfde vraag… met dat verschil dat zij slechts met twee, en dus met een volledig vrije achterbank de hort op kunnen. Met andere woorden, het is wat krap en al vlug blijkt dat we ons meesterlijk de meest inventieve Tetris-tactieken toe-eigenen om alles een plaatsje te kunnen geven… We maken ons sterk dat we eenmaal thuis nog steeds in de Colruyt aan de slag zouden kunnen met onze puzzelkwaliteiten! Maar kijk, na het shoppen past alles dus nog in de 4WD en wij kunnen er aan beginnen, onze roadtrip van Perth in West-Australië tot aan Darwin in de Northern Territory!


Yanchep to Jurien Bay

Onze eerste stop is al op een 70-tal kilometer van Perth, het Yanchep National Park. De auto in gereedheid brengen en de inkopen doen -altijd leuk met drie jongens mee in de winkel- namen toch wat meer tijd in beslag dan gedacht en als we aankomen bij het kleine Nationale Park valt de schemering al in… vroeg donker hier! Bij het oprijden wacht ons de eerste verrassing: kangoeroe’s! Niet verwacht ze al zo snel in levende lijve te kunnen zien, maar hier zitten ze met velen vrolijk te grazen in het groene gras. Helaas is het wat kijken vanuit de auto want we moeten die tent nog voor het eerst zien op te slaan… Bij aankomst op het kampeerterrein blijkt alles officieel vol te zitten, maar de vriendelijke caretaker past er een mouw aan en zo kunnen we toch aan onze tentcapriolen beginnen. Terwijl we de eerste vreemde vogels (roze kaketoes en andere papegaai-achtigen) hun slaapplaats zien opzoeken gaan wij met het nodige gevloek aan de slag. Uiteindelijk is er een resultaat, niet helemaal zoals het hoort (handleidingen, daar doen we echt niet aan!) maar we hebben tenminste een slaapplaats. De drie jongens gaan in het dubbelbed op het dak, de penthouse, terwijl vader en moeder het in de kelder onderaan met een opblaasbaar matje moeten stellen… ouderliefde!

Na een eerste frisse nacht (die aankomende winter, weet je nog) lopen de jongens zich wat warm al rennend achter een bal of wat roze papegaaitjes terwijl onze handen zich ontfermen over onze kop oploskoffie… maar wel in een heel mooi decor, langzaamaan sijpelt het door: this is Australia, baby! Na het ontbijt vechten we nog een robbertje met onze tent en stampen we de koffer vol om dan nog even de omgeving te gaan bekijken. Naast de wilde kangoeroes, waarvan we er weer enkele kunnen bewonderen, hebben ze hier ook een koala boardwalk. Hier huizen een tiental koala’s hoog in de eucalyptusbomen. Mochten ze willen zouden ze er eigenlijk wel kunnen ontsnappen, maar heel actief zijn die beestjes niet en als ze op tijd en stond nog wat verse jonge eucalyptusblaadjes bovenop krijgen is er helemaal geen reden meer om het, euh, hazenpad te kiezen. We kunnen er een tweetal hoog in de bomen spotten en een ander exemplaar komt naar beneden voor een verse portie groenvoer. Nog maar goed één dag on-the-road en we hebben al twee nationale iconen van dichtbij en in levende toestand (meer hierover later) kunnen aanschouwen…

Ook al zijn ze lief, schattig en pluizig, wij gaan er vandoor want we hebben nog wat kilometers af te malen, want ook dat is Australië, lange afstanden en kilometers vreten… Onze lunchstop houden we in Lancelin, een stadje langs de Great Ocean Drive. We rijden heel de tijd naast de Indische Oceaan en hier in Lancelin hebben ze stevige zandduinen van het mooiste witte zand. Hier kan je met gehuurde snowboards de hellingen afsjezen al was je in Alpe d’Huez, alleen heb je geen dik skipak nodig, zijn er geen liften om je naar boven te brengen en knarst het zand tussen je tanden als je onderuit gaat. Voor het eerst maken we ook kennis met de innige relatie van de Ozzie en zijn 4x4. Praktisch iedereen heeft hier een 4WD of kan er wel mee rijden en het is dan ook de gewoonste zaak van de wereld om op je vrije dag met je buddies wat te komen joyriden in en op de duinen. Motoren gieren en forse auto’s schuiven en glijden dat het een lieve lust is over en door de duinen… de jongens, mezelf incluis, trekken grote ogen en houden het voorlopig bij wat voorzichtig door het zand rijden… nog even wennen aan ons gevaarte voor we er streken mee gaan uithalen…

Next stop, the Pinnacles! Dit natuurfenomeen ken je wel vanop de postkaartjes of promobeelden van Australië… In een soort maanlandschap steken duizenden rotsachtige formaties hun kop uit boven het zand. We maken een korte wandeling naar een uitzichtpunt over een indrukwekkende vlakte en even later rijden we er gewoon met de wagen doorheen langs een 5 km lang parcours met na iedere bocht weer een Kodak-opportunity… Als afsluiter van onze welgevulde dag zakken we af naar een camping in Jurien Bay, net op tijd om nog voor het donker onze tent, nu alweer wat vlotter, recht te trekken. Na maanden van slow travelling doorheen Azië is het wat wennen aan het stevige tempo, zowel voor de jongens als voor ons, maar met een grote smile kruipen we vroeg onder de wol zodat we de volgende dag bij het ochtendkrieken weer klaar zijn voor onze volgende etappe.

Jurien Bay to Kalbarri National park

Op aanraden van de vriendelijke dame aan de receptie gaan we richting Sandy Cape, een strandje even buiten Jurien Bay. We parkeren ons netjes op een parking en merken wat later dat de Ozzie met de pet op gewoon met zijn 4x4 het strand oprijdt… tss, typische beginnersfout van onzentwege! We wandelen tot aan een duinengordel en nestelen ons in een privé-baaitje met het witste zand en het klaarste water… lang niet slecht hier! Siebe probeert wat te vissen, maar niets wil toehappen terwijl Otis en Warre van de duinen naar beneden rollen of geheime gangen ontdekken die het zeewater in de rotsen heeft gemaakt. Onze voormiddag vliegt voorbij en na de lunch is het tijd om de road terug te hitten. Op aanraden van een rondreizend Nederlands koppel dat al jaren in Australië woont gaan we richting Coronation Beach, iets voorbij Geraldton. Hier slapen we voor het eerst in een soort bushcamp, een rudimentaire versie van een camping, zonder faciliteiten, enkel met een long-drop toilet (gat-in-de-grond-principe) maar wel piekfijn in orde en op enkele tientallen meters van het strand. Eerst volgt nog een wedstrijdje vliegen meppen, want die vliegen hier die kunnen er wat van. Met tientallen vliegen ze je aan, op zoek naar broodnodige mineralen uit je lichaamsvocht of dat nu uit je oren, mond of neus komt. Gelukkig verdwijnen die samen met de zon en is het genieten van de befaamde sterrenpracht, ook al zien we nog niet alles door de sterk verlichte maan…

De volgende dag houden we even halt bij Hutt Lagoon, een zogenaamd Pink Lake. Vanop enige afstand ziet dit er een doodnormaal meertje uit, met een lichtroze glans misschien. Maar eenmaal aan de oevers valt de roze kleur pas echt op, van licht- tot dieproze… Een fenomeen die veroorzaakt wordt door een of andere microbacterie die op tijd en stond de kop opsteekt. Naast het meer ligt een droge, opengebarsten zoutvlakte. BASF is hier de eigenaar, dus misschien halen ze wel nog iets anders uit het roze water, iets om op te zoeken… (Google brengt raad: uit dit meer oogsten ze natuurlijk beta-caroteen, vooral voor gebruik in de voedingsindustrie)

Na de lakestop is het tijd voor de eerste kliffen langs de kust en enkele lookout punten -Red Bluff, Pot Alley- vanwaar we het zilte zeewater zien vechten met de steile rotskliffen. Dit is het voorspel voor het Kalbarri National Park… al huist er een afknapper om de hoek. Bij het inrijden van het Park blijkt dat de weg naar Nature’s Window en Z-Bend, twee toeristische trekpleisters, gesloten is wegens heraanleg… En veel ruchtbaarheid hebben ze daar niet aan gegeven. We zitten nu wat te ver van de Oostelijke ingang van het park en besluiten dan maar wat vroeger onze overnachtingsplek te gaan opzoeken: Murchison House Station. Vele ‘stations’ of boerderijen (meestal cattle stations, veeboerderijen) hebben naast hun dagdagelijkse taak een tweede bron van inkomsten gevonden in het kampeertoerisme. We komen op een geitenboerderij terecht met nog wat honden en alpaca’s aan de rand van de Murchison River. We zoeken een mooi plekje uit, Na onze bushcamp zonder stromend water doet een lekkere warme douche wel weer deugd! Al ruilen we onze frisse shampoogeur snel weer om voor een rokerig parfum van kampvuurgeur, jeuj!

Klaar voor poging twee voor Kalbarri NP. We nemen nu de oostelijke ingang en gaan langs bij twee uitzichtpunten: Hawk’s Head en Ross Lookout. De eerste neemt ons langs een pad de kloof in, waar we langs de rivier -en de kinderen in de rivier natuurlijk- kunnen genieten van de omgeving… Bij Ross Graham Lookout staan we helemaal boven op een uitkijkplatform die een 180°-zicht biedt op de kloof, met ontzettend mooie vergezichten en de nodige dramatiek in het landschap, iets waar de twee kunstschilders die er zich aan het opstellen waren ook speciaal de vliegen voor trotseerden ;-)

Wij laten de vliegen even achter ons en gaan richting het Shark Bay-schiereiland. Onze eerste tussenstop is Shell Beach, alwaar -je had het nooit gedacht- het strand bestaat uit miljarden en miljarden volledige schelpjes die hier aangespoeld geraken… Een heel apart en knisperend gevoel als je er op wandelt en ook al is zandkastelen maken iets moeilijker, de jongens zetten zich aan de waterkant en proberen allerhande constructies te bouwen met de aanwezige schelpjes...

Shark Bay en Monkey Mia
Ons bezoek aan Shark Bay was hoofdzakelijk voor Monkey Mia… geen apen zoals de naam doet vermoeden, maar dolfijnen zijn hier de attractie van de dag. In de jaren ‘60 gooiden de lokale vissersvrouwen hun vis-overschotjes in het ondiepe water waar de dolfijnen ze gretig kwamen opsmullen. Dit bleven ze decennia lang doen en na wat overkill in de jaren ‘80 (toen kon iedereen zomaar vis kopen en voeren aan de dolfijnen) is alles nu streng gereglementeerd en in handen van de overheid. De dolfijnen komen nu nog steeds lekkers zoeken in het ondiepe water, maar worden slechts driemaal in de ochtend gevoerd met enkele visjes, daarmee slechts instaand voor een vierde van hun dagelijkse visbehoefte. Zo blijven deze zwemmende zoogdieren hun jachtinstinct behouden en laten ze zich niet doodvoeren…

We zijn vroeg op post en zien al wat rugvinnen boven het wateroppervlak uitpriemen… de dolfijnen zijn dus ook van de partij. We worden vriendelijk uitgenodigd om met de voetjes in het water te komen staan terwijl een medewerkster van het centrum ons de geschiedenis van de Monkey Mia dolfijnen en heel wat interessants over de dieren zelf weet te vertellen. Maar de jongens popelen toch wat van ongeduld net als de dolfijnen die nu al heel dichtbij komen zwemmen en spelen… Elke voedersessie worden enkele toeschouwers uitgenodigd om een dolfijn een visje te handvoederen, kijken mag, aanraken niet! En we hebben geluk, Siebe wordt aangeduid en krijgt de eer om dolfijn Puck van wat lekkers te voorzien! Elke dolfijn is te herkennen aan zijn unieke rugvin, meestal met verwondingen van haaiengevechten of visnetten. Tijdens een volgende sessie wordt Els uitverkoren en samen met Warre en Otis sust ze de hongerige Piccolo… Iedereen content!

In de namiddag is het dan speeltijd voor papa, want dan gaan we voor de eerste keer volledig offroad en 4x4 in het Francois Peron National Park, gelegen op de uiterste tip van het schiereiland. Voor we de rode zandwegen inrijden laten we onze bandendruk met meer dan de helft dalen zodat de bredere platte banden een goede grip hebben in het mulle zand. Wat onwennig en voorzichtig in het begin maar na een tijdje is het heerlijk schuiven, ploeteren en gas geven in een oogverblindend decor. Dit is Australië zoals je er van droomt… uitgestrekt, felrood zand onder de wielen en een staalblauwe hemel boven ons hoofd. De rit brengt ons naar de Big Lagoon, waar we lunchen (broodjes grillen op de gratis gasbbq, zelfs hier!) en de jongens duchtig gaan spelen terwijl wij genieten van een koffietje met zicht op het glasheldere water, de rode duinen en het witte zand… topdag! Op terugweg stoppen we nog bij enkele look-outs, o.a. Eagle Bluff, die ons weeral belonen met indrukwekkende beelden over de kustlijn van dit meest westelijke stukje Australië.
 

Verder langs de kust…

We verlaten het Shark Bay gebied met een bezoekje aan de stromalieten. Dit is een millenia-oud microbacterieel fenomeen met een heel apart uitzicht. De omstandigheden zijn hier zo hard -brandende zon, heel zout water- dat praktisch niets er kan overleven, enkel deze ‘diertjes’… Heel moeilijk om te begrijpen, laat staan uit te leggen, deze stromalieten!

Verder hebben we een hele lange rit voor de boeg langs de kustlijn richting Ningaloo Reef. Onderweg komen we heel veel road kill tegen, met een groot overwicht van kangoeroe’s, maar ook emu’s, koeien, slangen, echidna en ander klein leven… De road trains (een soort supervrachtwagens) kunnen wel een lengte hebben van meer dan 53 meter, met vier tot zes aanhangers… Die stoppen niet zomaar voor wat overstekend wild en hun massieve bull bars bewijzen aan het brede scala aan wegslachtoffers te zien wel degelijk hun nut.

In Coral Bay blijven we voor het eerst twee nachtjes slapen zonder dat we onze rooftoptent weer moeten af- en opslaan… Eventjes rust, tijd voor een wasje, een bbq-maaltijd met chef Siebe en overdag gaan snorkelen aan de randen van het Ningaloo reef, één van ‘s werelds grootste ‘fringing reefs’ die je gewoon kan bekijken al snorkelend vanaf het strand. Van hieruit kan je ook uitstapjes maken om te gaan snorkelen met walvishaaien of reuzemanta’s, maar voor een gezin op wereldreis swingen de prijzen nogal de pan uit… We houden het bij een doe-het-zelf-snorkeltrip en dat levert toch ook wat op. In Cape Range National Park, iets verderop, kunnen Siebe en Els zelfs een schildpad zien wegzwemmen en we kunnen een Shovelnose Guitarfish (soort roghaai) van dichtbij volgen langs de zanderige kustlijn. Verder een heel scala aan veel- en minderkleurige visjes van anemoon- tot zebravis, heel leuk om de onderwaterwereld hier te verkennen.

Op onze camping in het Nationaal Park zien we voor het eerst sinds een tijdje weer (levende) kangoeroe’s. Tijdens ons aperitiefje in de duinen voor de sunset zien we er verschillende rondspringen in de duinen, een heel leuk zicht. Bij terugkeer naar onze tent, die we nog aan het opslaan waren, vroeg de caretaker of we van plan waren “to feed the roo’s”… Blijkt dat enkele van die rondspringende buidels het op onze voedselvoorraad gemunt hadden! Onze zak bloem was al opengebeten voor de caretaker de kangoeroe’s had kunnen verjagen… Tijdens ons diner zien we nog een dingo voorbijzoeven en als we willen gaan slapen horen we weer een verdacht geluid langs de tent. Blijken er twee van die vrolijke springers rond onze tent te hangen, wel even schrikken als je naar de longdrop-wc loopt en er hopt zo’n beest voor je neus weg, maar hey, this is Australia!

Karijini National Park

Voor Moedertjesdag beginnen we de dag met een ontbijt met zicht op zee en voor de rest een goed gevulde reis(lees rij-)dag richting Karijini. We spotten een emu van wel heel dichtbij… want net als we een heuveltje in de weg overgaan staat er zo’n gevederde kolos net langs de wagen, gelukkig op het andere rijvak… die wil je toch niet van je voorruit halen hoor! Soms zien we hele grote roofvogels zich tegoed doen aan een verse portie roadkill, net als de grote kraaien. We houden nog even halt bij enkele van de grote termietenheuvels die hier het landschap bevolken. Deze miniscule diertjes vervullen hetzelfde werk als de grote graseters op de Afrikaanse savanne, en ze zijn met velen! ‘s Avonds verblijven we in Cheela Plains, een hele leuke homestead waar iedereen na de beklimming van de lokale heuvel om te genieten van de zonsondergang verzamelen blaast rond het kampvuur. We drinken een biertje, gooien wat vlees op de grillplaat boven het houtvuur en geraken aan de praat met wat andere reizigers, waaronder een sympathiek Australisch koppel met twee kinderen die enkele maanden onderweg zijn. In Australië wordt rondreizen met het hele gezin voor langere tijd heel normaal bevonden en zelfs gestimuleerd… nothing better than the school of life, mate! En dat kunnen wij ten zeerste beamen ;-) Daar roosteren we een extra marshmallow op!

De volgende ochtend kunnen we niet snel genoeg onze tent bijeenharken en ervandoor gaan… de vliegen maken het ontbijten praktisch onmogelijk. Hier en daar loopt al iemand met een muskietennet rond zijn hoofd, je weet nooit wanneer je er last van zal hebben, maar als ze er zijn, zijn ze met velen!

Vandaag laten we voor het eerst een lang stuk gravelroad onder onze wielen voorbijschieten… We gaan naar Karijini NP en nemen de dirt road via Tom Price om een hoekje af te steken. De ongeasfalteerde weg ligt er goed bij, veel fijne steentjes, maar we kunnen goed gas blijven geven zonder zelfs onze 4x4 te moeten aanzetten… makkie! Alleen merkt Siebe iets later, bij onze winkelstop in Tom Price, op dat onze band een vreemd geluidje maakt… psssst… Lap, we hebben het al zitten, een platte band. Gelukkig hebben we het hier voor en geen 50 of 100 km verder. We hadden nog maar net getankt bij een tankstation annex tyre repair shop, dus die enkele kilometers haalden we nog wel op onze platlopende band. Een scherp stuk steen had zich door ons rubber geboord en eigenlijk was het onze eigen dikke schuld… onze bandendruk stond veel te hoog voor de mix van asfalt en dirt road, hoe harder de band, hoe makkelijker een gat… Kijk, weeral bijgeleerd en met vol goede moed en wat minder bandendruk sjezen we verder naar Karijini.

Onderweg waren we eerder al een Frans koppel tegengekomen die dit het mooiste stukje vond van hun negen maand durende reis door Australië en ze hebben niet overdreven… Nu weten we waar het woord gorgeous vandaan moet komen… de wondermooie gorges die ze hier liggen hebben! In Dale Gorge wandelen we naar de Fern Pool en van daaruit nog naar de Circular Pool. Op papier is dit een niveau vier (op vijf) wandeling van 3 uur, maar we klaren de klus makkelijk op de helft van de tijd. De jongens springen van de ene rots naar de andere, op zoek naar de energievelden om hun krachten bij te tanken… enfin, de gekleurde plaatjes die de wandeling bewegwijzeren doen hier uitstekend dienst voor! De wandeling tussen de rode wanden van de kloof is heel mooi, met water naast ons, hier en daar schaduw en beboste randen. We maken zelfs nog een omwegje en sluiten af met een look-out over de kloof die we net doorgestapt zijn. De Australische natuur op zijn mooist!

De volgende dag gaan we na het huiswerk verder op de ingeslagen weg, ditmaal de Weano Gorge. We gaan de kloof in langs het lower trail met als bestemming de Handrail Pool: een zwempoel die je kan bereiken langs een smalle doorgang waar je toch wat extra zekerheid krijgt van een handgreep, vandaar de naam. Onderweg moeten we ons al nat maken door tot aan onze middel door het koele water te waden om de trail te kunnen bereiken… de jongens zijn direct fan! We blijven het water volgen, langs, in, over tot we de Handrail Pool bereiken… een pareltje! We duiken het wel heel frisse water in en verkennen nog even een stukje kloof verderop voor we terugkeren op onze stappen… We zijn goed gelanceerd en gaan door op ons elan in de Hancock Gorge met een bezoekje aan Kermits Pool en een hele leuke Spider Walk. Hierbij moet je met handen en voeten gespreid tegen de wanden over een snelstromend riviertje vooruit schuifelen om bij het eindpunt aan te komen. Iets te zwaar voor Otis, maar wij wisselen af met de oudsten terwijl Otis weer een nieuw Ozzie-speelkameraadje ontdekt dat ook even wacht op zijn papa… Daarna nog even naar de Knox en Joffre Falls Lookout (mochten we nog een extra dag gehad hebben dan stond de Joffre Gorge als eerste op de to-do list) en we sluiten de avond af met een rondje magistrale sterrenhemel bekijken. Karijini? Waaauuuw!!

Eighty Mile Beach

Vanuit Karijini volgt een lange rit richting Broome, waar het tweede deel van onze roadtrip zal starten, de Gibb River Road. We rijden een goede 700 km, met onderweg heel veel roadtrains die naar Port Hedland rijden, een kleine stad van 15.000 inwoners maar daarmee toch de grootste van heel de Pilbara streek. Het zegt iets over hoe dunbevolkt deze gebieden wel niet zijn. De stad heeft wel een grote haven waar de roadtrains hun lading ijzererts uit de vele mijnen in de streek komen dumpen op grote zeeschepen.

Hier maken we alleen een korte supermarktstop en valt meteen op dat er een grote aboriginalbevolking woont. Helaas zijn deze oorspronkelijke bewoners, ondanks vele inspanningen heden ten dage, een grotendeels gemarginaliseerde groep geworden… Alcoholisme is een groot probleem, net als de kinderen op school krijgen en houden. Vele aboriginals hebben de omschakeling van een bushbestaan naar een stadsleven moeilijk doorstaan met ongezonde eetgewoontes en welvaartziektes als diabetes als gevolg… De besloten aboriginal communities worden meestal goed afgeschermd voor buitenstaanders, er is hier nog duidelijk een lange weg te gaan in het samenlevingsproces tussen de oorspronkelijke en ‘nieuwere’ bewoners van the red continent…

Blij dat we het rode stof eens van ons kunnen wassen blijven we twee dagen uitwaaien op Eighty Mile Beach, een strand dat in werkelijkheid nog een stuk langer is dan zijn naam doet vermoeden… Maar liefst 220 km lang strekt dit witte strand zich uit langs de Indische Oceaan en de overgang naar de Great Sandy Desert… Hier komen veel mensen vissen en Siebe krijgt de gouden tip van een bejaarde visser: loodjes! Hij geeft enkele stukjes lood om aan Siebe’s vislijn te bevestigen (daarvoor gebruikten we gewoon de dobber) en ja hoor, even later is het prijs! We halen enkele kleine zalmpjes boven, de eerste zelfgevangen visjes met zijn eigen vishengeltje… De taken worden verdeeld: Siebe vangt, Warre haalt de haak eruit en verlost het diertje wat sneller van zijn doodsstrijd dan hem te laten verstikken op het droge. Aangezien het nog maar kleine vangsten zijn worden ze in mootjes gehakt om verder als aas te gebruiken om hopelijk een grotere vis aan de haak te slaan.

Niet alleen de kleine jongens kunnen zich hier uitleven, ook papa mag met zijn speelgoedje op het strand. Je kan hier gewoon van de camping het strand oprijden met je 4x4 en rondrijden zoveel je maar wil. Een fantastisch gevoel om door het mulle zand en de hardere vloedlijn te sjezen… En na wat gespetter door wat kleinere plassen volgt een kleine portie overmoed en een wat grotere duik in een dipere kreek dan verwacht… wat zorgt voor wat paniekerige kreetjes in de wagen, maar gelukkig zijn deze wagens hiervoor gemaakt… Goed gas blijven geven, de vloedgolf zout water wegwissen en verder blijven gaan op het strand… Machtig!

We zetten koers naar Broome, één van de populairste kustplaatsjes aan de Westkust en de overgang van de Indische Oceaan naar de Kimberleys, waar we het grootste deel van onze verder roadtrip zullen doorbrengen… To be continued!

Foto’s

8 Reacties

  1. Bert Sticker:
    8 juni 2017
    Dju toch, dat ziet er geestig uit,
    geniet ervan!
  2. Wouter:
    8 juni 2017
    Ha, die Bert, onze trouwste blog-lezer ;-) Gelukkig amuseren we ons hier nog, het tegendeel zou triestig zijn! Groeten, w&e
  3. Tine en Jérôme:
    8 juni 2017
    Wow klinkt fantastisch! Ik zou zo opnieuw kunnen vertrekken als ik dit lees! Benieuwd wat jullie de komende maanden nog gaan beleven...
    Groetjes aan de bende!
  4. Wouter:
    9 juni 2017
    Hey Tine & Jérômr, de ietwat uitgebreide tekst (i know) bewijst wel dat we een crush hebben voor Down Under... Echt fantastisch, maar aan dat tempo ook wat uitputtend. Nu al 4 dagen in een huisje in Bali en werkelijk nog niets gedaan ;-)... Even bijkomen dus voor we afsluiten met Japan. Heb jullie afsluit-verhaal ook met heel veel plezier gelezen, wel spannend als die camion dan eindelijk aankomt. Moet wel wat Sinterklaas geweest zijn bij het uitpakken, direct weer veel herinneringen aan jullie fantastische reis. Groetjes aan allen!
  5. Antoinet en Ronnie:
    14 juni 2017
    Wat een geweldige foto's en pracht verhaal!
    Waar zijn jullie nu? Wij zijn gisteren in Katherine aangekomen en
    zullen hier een paar nachten blijven.
    Groeten van de 2 oud Nederlanders die in Albany wonen en rond
    Australie rijden op de motorfietsen. Blij dat er vis is gevongen :-)
  6. Wouter:
    14 juni 2017
    Hoi Antoinet en Ronnie, twee Australische Friezen op hun motors door Australië, die vergeten we niet :-) Ondertussen hebben we het fantastische Down Under al verlaten en geruild voor Bali... ook niet slecht... Jullie schieten toch ook wel aardig op, nu al in Katherine... wij genoten er vooral van de Edith Falls. En dat vissen ging een stuk beter na wat inside information en wat loodjes van een bereidwillige grey nomad ;-) Safe travels!
  7. Loes:
    14 juni 2017
    Eigenlijk zou ik een saaie wettekst moeten lezen.... maar dit is zo boeiend!
  8. Wouter:
    14 juni 2017
    En ongeveer even lang, vermoed ik ;-)