Archeo-hopping rond Cuzco en off the beaten track in Curahuasi

16 augustus 2019 - Curahuasi, Peru

Cuzco, van de Heilige Vallei tot Machu Picchu

Cuzco was de voormalige hoofdstad van het Inca-rijk en neemt de dag van vandaag nog steeds die functie waar. Iedereen in Cuzco komt voor de Inca’s, want dit is de toegangspoort naar Machu Picchu. Meer nog, Cuzco is als het ware omsingeld door Inca-relikwieën met de Heilige Vallei en al zijn archeologische schatten.

We logeren in een oud koloniaal herenhuis bij de prettig gestoorde Carlos en zijn vrouw Jackie, die hun huis (badkamers en ontbijtruimte inbegrepen) delen met hun gasten. Kwistig strooit Carlos rond met tips van wat we moeten bezoeken en waar we iets moeten gaan eten… en er zaten wel wat gouden tips tussen. Zo gingen we als eerste uitstap naar de Zuidelijke kant van de Heilige Vallei naar de site van Tipón, een nobele onbekende voor ons en blijkbaar bij nog vele andere toeristen want we treffen nog slechts een handjevol andere geïnteresseerden aan op deze site. Hier kan je nog perfect het ingenieuze talent van de Inca’s aanschouwen, meerbepaald qua irrigatietechnieken. Meer dan 500 jaar na datum stroomt het water hier nog steeds door de toen ontworpen kanaaltjes die het water van een natuurlijke bron op een ingenieuze manier verdeelt over de vele landbouwterrassen. Ook hier voelen we snel dat we op hoogtes vertoeven die ons lichaam niet gewoon is, zeker als het pad nog eens bergop loopt…

Om de innerlijke mens aan te sterken houden we hierna halt bij een plaatselijke Cuyeria om er cuy oftewel cavia te proberen. Enfin, ‘we’ betekent eigenlijk ‘ik’, want Els en de jongens bedanken feestelijk voor deze lokale delicatesse. Eenmaal het beestje in zijn volle glorie op mijn bord verschijnt (hoofd, oogjes, oren en tanden goed zichtbaar) beklagen ze zich hun keuze niet. Maar eerlijk waar, het was echt niet slecht. Er komt wel wat gepeuzel bij kijken want zo’n beestje is nu ook niet zo rijkelijk van vlees bedeeld als bv een konijn, maar de smaak was wel heel lekker. Het wordt in Peru nu ook niet elke dag gegeten, maar bij feesten of belangrijke gebeurtenissen komt het zeker op tafel. Naast cuy zijn de Peruvianen ook gek op chicharron en aanverwanten. Gefrituurd varkensvel wordt als grote kroepoek verkocht in de vele straatstalletjes of in kleine zakjes in alle winkeltjes als vettig tussendoortje.

Na de uitgebreide lunch keren we terug naar Cuzco waar we de Sacsayhuaman-site gaan bezoeken. Deze is in de hoogte gelegen, op nog geen 2 kilometer van ons guesthouse, dus vlak aan de rand van de stad. Hier kan je heel goed het bouwkundig genie van de Inca’s aanschouwen. De immense muren staan er nog altijd even stevig bij als meer dan 500 jaar geleden. De stenen (sommige tot 70 ton zwaar) zijn perfect in elkaar gepast waardoor er zelfs geen onkruid in de voegen groeit. Elke steen haakt zich op meerdere manieren vast aan een andere en de lichte helling van de muur zorgde ervoor dat deze constructies tegen aardbevingen, plunderingen en de tand des tijds bestand waren. Maar wat nog het meeste aandacht trok bij onze jongens waren de rodadores of de Inca glijbanen. Dit zijn een soort natuurlijke glijbanen die gesleten zijn in een rotspartij boven Sacsayhuaman. De ene zijde is piekig en de andere zijde heeft meterslange glijbanen in het harde graniet. Of die vroeger daadwerkelijk door de Inca-kinderen als glijbaan gebruikt werden zal wel altijd een raadsel blijven, maar onze kinderen konden er alvast geen genoeg van krijgen. Vanaf Sacsayhuaman zakken we te voet verder af naar de binnenstad, langs het kerkplein van de Templo San Blas en de kleine steegjes waar het Inca-verleden én het koloniale karakter van deze stad nog steeds in de lucht hangt

Omdat we ons boleto turistico (1 ticket voor de vele historische sites) toch wat ten gelde willen maken trekken we nog een dagje naar de Heilige Vallei, de Noordzijde deze keer. Eerst op het menu: Pisac. Langs een prachtige route met mooie vergezichten en rijdend door dorpjes waar nog veel adobe huisjes staan komen we na een fikse beklimming aan bij het immense complex dat zowel religieuze, militaire als landbouwkundige elementen heeft. Wat het eerste opvalt zijn de enorme landbouwterrassen rondom de site die nog steeds dienst doen. Maar je kan er ook de zonnetempel bewonderen of stevig doorwandelen naar de ruïnes op de bergkammen.

Een heel andere site is die van Moray, wat een soort agragrisch laboratorium moet geweest zijn voor de Inca’s. De landbouwterrassen zijn er concentrisch opgebouwd, met een hoogteverschil tot wel 150 meter. Zo konden ze er als het ware verschillende zones met een ander micro-klimaat nabootsen om zo te zien welke gewassen het beste gedijen op welke hoogte en omgeving. Het geheel geeft een heel indrukwekkende aanblik.

De dag afsluiten doen we met een bezoek aan de salineras van Maras. Hier winnen ze al zout uit een natuurlijke zoutwaterbron sinds het tijdperk van de Inca’s. De zoutwaterbron stroomt over een 3500 veldjes waar het zilte water in blijft staan en dan doet de zon de rest van het werk. Het water verdampt en na een tijdje kan het witte goud bijeengeharkt worden en opgeschept worden. De combinatie van de witroze veldjes die gesandwicht liggen tussen de bergflanken met een ondergaande zon leveren fantastische kleuren en herinneringen op. Heel lang nagenieten lukt niet echt want eenmaal de zon ondergaat zakken de temperaturen heel snel. Tijd om onze logies in Ollantaytambo te gaan opzoeken.

Machu Picchu

Vanuit Ollantaytambo nemen we de volgende dag de trein richting Machu Picchu. Er zijn namelijk niet zo heel veel manieren om bij dit wereldwonder te geraken. De goedkoopste optie is enkele uren zigzaggend de bergen in met de auto of bus en de laatste zes kilometer naar het bergdorpje Aguas Calientes te voet af te leggen naast het spoor. De andere optie is de trein nemen vanuit Cuzco of Ollantaytambo en na anderhalf uur sporen stap je dan uit in het station van Machu Picchu Pueblo, zoals ze Aguas Calientes tegenwoordig noemen.Veruit de makkelijkste manier dus maar helaas ook aan de dure kant, ook al neem je de goedkoopste tickets. En dan moet je nog je entreeticket en de overnachting erbij rekenen, duur grapje dus dat wereldwonder. Hopelijk is het de moeite en de kostprijs waard!

De treinrit zelf levert wel hele mooie beeldjes op. Langs de rivier en de hoge bergflanken tuft de dieseltrein tegen een gezapig tempo verder. Om nog beter te kunnen genieten hebben de treinstellen grote ramen naast en boven de passagiers en de zitjes aan de linkerkant leveren de mooiste vergezichten op. Na aankomst in Aguas Calientes en de check-in in ons hotel hebben we nog ruim de tijd om het dorpje te verkennen. Gelukkig zitten we aan de rustige kant, tegen de rivier en de wildernis aan want de rest van Machu Picchu Pueblo is een aaneenschakeling van toeristenwinkeltjes, bars en restaurants. Maar even flink doorstappen en je bent zo het stadje uit en al wandelend langs de rivier kijken we uit op de bergtoppen waarachter het heiligdom van Machu Picchu zich bevindt. We brengen nog een bezoekje aan de plaatselijke bescheiden vlindertuin en genieten van een koud biertje met uitzicht op kleurrijke vogels terwijl de jongens zich uitleven met dammen bouwen in de rivier.

Dinsdag 16 juli 2019. Today is the day. Deze dag staat al een tijdje in het vet aangeduid in onze agenda. De toegangstickets zijn al weken geleden gereserveerd, want er staat een maximum op het aantal bezoekers per dag en je moet een tijdsslot aanduiden wanneer je het bezoek wil doen. We kiezen er niet voor om heel vroeg op te staan en zo de zonsopgang te kunnen zien maar blijven nog even heerlijk soezen en gaan dan nog even baden in het hete water van de warmwaterbronnen, de Aguas Calientes waarnaar het dorp genoemd werd. ‘s Ochtends is het daar nog heerlijk rustig en het water is nog niet bezoedeld van de bezwete lijven van de mensen die na het bezoek aan Machu Picchu hun stramme spieren komen verwennen. Vanuit onze warmwaterpoelen zien we daarenboven nog dikke wolkensluiers hangen boven de bergtoppen, wat nog eens dikke pech betekent voor de vroege vogels daarboven. Warre herinnert er ons nog eens aan om straks Machu Picchu goed uit te spreken, namelijk als Maktsjoe Piktsjoe en niet als Matsjoe Pietsjoe, want dan zeg je eigenlijk oude piemel in het Quechua in plaats van oude berg. Kijk, voor zo'n handige weetjes kan je bij Warre terecht ;-)

Helemaal gerimpeld en uitgebadderd vangen we dan toch onze tocht naar boven aan. We kiezen ervoor om met de bus naar boven te gaan en zo onze energie wat te sparen voor MP zelf. Eenmaal boven fixen we nog snel een gids (of die klist ons, ‘t is maar te zien hoe je het bekijkt) en dan stappen we het Inca Walhalla binnen. We nemen onmiddellijk een pad naar boven en al snel kunnen we een eerste blik werpen op de oude Incastad onder ons. Ja, dat beeld is echt wel de moeite. Maar steeds opnieuw neemt de gids ons iets verder mee de hoogte in of wat verder langs het pad en het lijkt alsof het zicht ook steeds mooier wordt. De wolken zijn gelukkig al deels vertrokken zodat we een helder zicht hebben op de stad, maar de temperaturen hierboven zijn toch wat aan de frisse kant. Daar sta ik dan in mijn t-shirtje, want mijn trui is in een locker aan de ingang achtergelaten wegens te warm… En éénmaal op de site mag je er niet meer af tot op het einde, dan maar goed doorstappen om het niet koud te krijgen. We genieten van de mooie zichten, luisteren aandachtig naar de gids zijn verhalen en poseren gewillig als de gids ons toch nog maar eens aanmaant om een familiefoto van ons te nemen. We klauteren de grote stenen trappen op en af, door nauwe steegjes van tempel naar tempel, zien het toilet van de grote Inca-leider (“Terwijl ze in het Westen hun gevoeg zomaar op straat deden en gooiden!” oreert onze gids met wat leedvermaak) en staan toch wel versteld van het bouwkundig vernuft waarmee de Inca -die het wiel nog niet kenden- tot zulke grootse constructies in staat waren. Het verdict is eenduidig: dit is terecht een wereldwonder.

Maar wereldwonder of niet, ook hier staat het klimaat wat op zijn kop. Op het einde van het bezoek begint het voorzichtig te druppelen, terwijl we hier in het droge seizoen zijn. Veel zal het wel niet zijn, zegt de gids bij zijn afscheid, een paar druppels en het is zo over. En inderdaad, even later stempelen we ons paspoort nog even af en kunnen we droog de afdaling beginnen naar Aguas Calientes. We stappen langs een steil bergpad tussen de dichte begroeiing van het omringende woud en even na halfweg beginnen de eerste dikke druppels op het bladerdak te tokkelen. We verhogen gestaag ons tempo en net voor het einde van de afdaling gaan de hemelsluizen werkelijk helemaal open… Gelukkig is daar ook het enige cafeetje in kilometers omtrek waar we kunnen schuilen en toch ook even kunnen toosten op de geslaagde dag. En naast een heerlijk drankje konden we er ook plastic poncho’s kopen om onze tocht verder te zetten, want die regenjassen zaten natuurlijk goed en wel in de valies, het droogseizoen, weet u nog? We stappen de laatste kilometers stevig door de plassen en lachen eens goed met onze felgekleurde wapperende plastic zeiltjes om ons heen…

Van Ollantaytambo naar Curahuasi

Een goede nachtrust later en met een stevig ontbijt achter de kiezen hebben we nog even tijd voor we verder de bergen in trekken. En om het af te leren bezoeken we dan maar de archeologische site van Ollantaytambo die toch in ons boleto turistico inbegrepen is. We sliepen bijna aan de voet van dit complex, want de oude stad is er gewoon tegenaan gebouwd, sommige huizen of winkeltjes maakten vroeger zelfs deel uit van de site. We klimmen nog wat treden op en af en genieten van het uitzicht. Bij het terugkeren zien we de boeren naast ons op het veld volop in actie. Met ossen en een houten ploeg trekken ze diepe voren in de grond, alsof de tijd hier sinds het verdwijnen van de Inca’s gewoon is blijven stilstaan…

Next stop: Curahuasi. Curawatte? Neen, geen grote toeristische trekpleister dit keer maar een bezoek aan een bescheiden bergdorp enkele uren van Cuzco waar een Vlaams-Peruviaans koppel een mooi project heeft opgezet om de lokale bergbevolking te helpen en te ondersteunen. Het onderwijsproject Oye Lena biedt naschoolse kleuteropvang aan maar ook onderwijs voor kinderen met een mentale of fysieke beperking. Tijdens ons bezoek verbleven de oprichters met hun gezin tijdelijk in België om gezondheidsredenen maar we werden er hartelijk ontvangen door Kim en Sofie die er de boel draaiende houden en er samen verblijven met hun kinderen Roos en Nand (8 en 4 jaar). Even later trekken de kinderen er al samen op uit om te gaan voetballen, de cavia’s eten te gaan geven of samen met de honden-des-huizes te gaan spelen. De jongens voelen zich er al onmiddellijk thuis.

Wij slapen in twee mooi gerenoveerde kamers net boven het schoolgebouw met uitzicht op de speelplaats en de omringende bergen. ‘s Ochtends komt er een groep kinderen met een mentale of fysieke handicap die hier één-op-één begeleiding en onderwijs krijgen door een groep vrijwilligers. Naast onderwijs krijgen ze ook een andere opvoeding mee: zo wordt er ook de nodige tijd aan tandhygiëne en gezonde voeding besteed. We krijgen een rondleiding van Sofie en maken het begin van de schooldag mee. Samen met alle kinderen wordt er gefocust op een speciaal thema (De dieren van Peru in dit geval) en via liedjes en rondegesprekken wordt hierover gepraat voor ze in kleinere groepjes aan de slag gaan.

De kinderen die in de naschoolse opvang zitten worden hier op een aangename manier nuttig beziggehouden en kunnen wat meer kind zijn dan andere kinderen die mee het veld op moeten, het vee moeten hoeden of thuis in het winkeltje aan de slag moeten. En als de dag bijna ten einde is wordt het druk op het voetbalveldje waar zowaar een kleine België-Peru wedstrijd ontstaat, al moeten we qua getale zeker het onderspit delven.

Terwijl Otis en Warre even bij Casa Lena blijven spelen met hun nieuwe vrienden trekken Els, Siebe en mezelf er even op uit. Het zicht dat we hebben vanuit ons verblijf willen we nu even van aan de andere kant bekijken en we beklimmen het steile pad naar de Mirador van San Cristobal. En of het een steile klim is! Na elke bocht is het weer even op adem komen en hopen dat er na de volgende bocht een vlakker stuk aankomt, wat meestal niet het geval is natuurlijk. Boven worden we uiteindelijk beloond met een prachtig zicht over de Apurimac rivier en de omliggende bergtoppen, die helaas gedeeltelijk met wolken omhuld zijn. Dat we in hogere sferen zitten voelen we niet alleen aan onze ademhaling, maar ook aan de temperaturen die in combinatie met een fikse bries wel heel frisjes aanvoelen. Niet te lang treuzelen dus voor we de afdaling aan de andere zijde weer aanvangen. Tussen grote Aloë Vera-achtige planten en cactussen banen we ons een weg naar beneden door holle stoffige wegels. Na een tijdje komen we enkele lokale jongens tegen die in omgekeerde richting de weg afleggen… met de mountainbike aan de hand. Ze vertellen ons dat ze het hele eind naar boven gaan om dan in volle vaart downhill de berg af te sjezen… koele kikkers!

‘s Avonds genieten we bij een knetterend kampvuur nog na van de dag. De honden komen zich tegen de jongens aanvlijen en ons gastgezin schuift mee aan om wat verhalen uit te wisselen. De nacht wordt donkerder, de sterren fonkelen wat meer en de gletsjerkappen van de bergen in de verte lichten op in het schijnsel van de maan… meer moet dat niet zijn! De dagen vliegen voorbij en voor we het weten is het tijd om afscheid te nemen van dit mooie project in de bergen rond Cuzco. Het was de omweg meer dan waard en een dikke pluim voor alle mensen die zich onbaatzuchtig inzetten om hun schouders te zetten onder dergelijke projecten, chapeau! Wil je meer weten? Check dan zeker http://www.oyelena.wordpress.com of http://www.casalenaperu.com

Ons wacht nog een lange reis naar onze volgende bestemming… hadden we al gezegd dat de afstanden groot zijn in Peru? Met de auto gaan we van Curahuasi in 2,5u naar Cuzco, daar gaan we het vliegtuig op naar Lima en vanuit de hoofdstad nemen we nog een nachtbus naar de Cordillera Blanca, één van de belangrijkste bergketens in de Andes. To be continued!

Foto’s

4 Reacties

  1. Carmen:
    16 augustus 2019
    Prachtig verhaal en wat een belevenissen en mooie landschappen
  2. Sophie:
    17 augustus 2019
    Klinkt fantastisch!
  3. Joyce:
    17 augustus 2019
    Wat een heerlijke verhalen!!! Geniet er nog van! Hier wachten heel wat kleine wandelende takjes op Warre en Siebe 😉
  4. Roland:
    20 augustus 2019
    Jullie beleven wat documentaires ons geven op tv, maar. Jij geeft wel wat meer uitleg. Het is opnieuw genieten voor ons. Dank om ons te laten delen.